Ben the Men

In goed gezelschap op het strand in Thailand, leg ik de laatste hand aan mijn blog. De zee kabbelt op de achtergrond, sporadisch gaat er vuurwerk af en mijn gedachten dwalen af naar de afgelopen twee jaar van mijn leven. Over een klein uur is het hier in Thailand 2015, en ga ik een nieuw jaar tegemoet die voor mij hopelijk net zo mooi en indrukwekkend zal worden als de afgelopen twee. Ik heb bijzonder veel te vertellen. De reden waarom ik niet eerder een blog heb geschreven ligt deels aan mijn lakse instelling, maar ook door een andere reden die in dit verhaal verteld word. Voordat jullie beginnen met lezen, wil ik iedereen een mooi en hoopvol nieuw jaar toewensen. Veel geluk met al het nieuws dat er op jullie pad komt of het nu goed of slecht is en bovenal, vergeet niet te genieten!

Na ruim een halve week relaxed in Singapore te hebben doorgebracht , is het tijd verder te gaan. Nog voor het middaguur verlaten wij het hostel en lopen naar het metrostation. Dan realiseer ik mij weer hoe klein Singapore is nadat we binneneen half uur met de metro vlak bij de grens met Maleisië uitstappen. Het kost ons even moeite om als geheel zelfstandigen de grens over te willen gaan. We lopen enkele keren verkeerd, uiteindelijk staan we op de goede plek in de rij voor de douane. Eenmaal erdoormoet je een bus pakken die je voor een euro naar de grenspost met Maleisië brengt waar je dan weer in de rij aansluit voor een stempel van het volgende land. Uiteindelijk zijn we niet meer dan een half uur kwijt geweest om de grens over te steken,we bevonden ons nu in Johor Bahru, Maleisië. "Wat gaan we nu doen?" vraagt Ben. "Geen idee" zeg ik, "laten we maar koffie gaan drinken en even op het internet kijken of er iets interessants is te doenin de buurt". Al snel komen we erachter dat er in dit bruisende grensplaatsje verrassend weinig te doen is. "Laten we anders naar Melaka gaan", stel ik voor. Melaka is een dorp gelegen tussen Johor Bahru en Kuala Lumpur, en staat in zijn geheel op de monumentenlijst. Dat moet wel een interessante plek zijn om een nachtje te verblijven! En dat was het zeker. Vanaf Johor Bahru namen we de bus naar Melaka, dieer ongeveer een uurtje of zes over deed. In Melaka was het buiten het verkeer op de buitenring erg rustig . Als we uitstappen op het busstation wordt ons weer regelmatig het zinnetje: "You need taxi? taxi? taxi?" naar ons hoofd geslingerd. Omdat Ben en ik allebei geen zin hebben weer een half uur te moeten discussiëren over een prijs, besluiten wete gaan lopen. Volgens de IPhone van Ben is het namelijk maar zeven kilometer, dus dat kan nog. Net. Onderweg vragen we enkele keren of we zo goed lopen naar het centrum, waar we uiteindelijk anderhalf uur later aankomen. We zoeken naar het hostel waarvan we op het busstation een flyer inhanden kregen gedrukt en vindendeze na veel rondvragen. We hadden beiden al wat geslapen in de busen hadden nog geen zin om direct weer te gaan slapen ook al was het bijna elf uur. Dwars door het dorp loopt een gracht en aan die gracht staan een hoop oude, mooie huizen. We spenderen zeker een uur op een brug waar we tientallen foto's maken metlange sluitertijden. Heerlijke dingen, die statieven voor je camera! Om twaalf uur kregen we beiden best wel trek, maar dan zal je net zien, is er zowat niets open. Helaas hebben wij ons daarom maar tegoed gedaan aan het veel te dure snackmenu van het Hardrock café dat als enige nog (bijzonder luid) open was op dit tijdstip.

De volgende morgen stonden we niet te laat, maar zeker niet te vroeg weer naast ons bed. Tijd ommeer te gaan zien! Samen trappen we het dorp door en bezoeken het ene monument na het andere. Gelukkig zijn we daar snel klaar mee aangezien alles op loopafstand is. Terug in het hostel pakken we de tassen en besluiten deze keerde taxi naar het busstation te nemen. Het is zo warm datlopen met een zware backpack alna vijf minuten nat ondergoed betekent . Bussen van Melaka naar Kuala Lumpur gaan ieder uur envan verschillende maatschappijen. Veel moeite hadden we dan ook niet om een bus te vinden die in nog geen kwartier zou vertrekken!
Kuala Lumpur is een gigantisch vieze en overvolle stad. Het metrosysteem waarmee we vanaf het busstation naar het hostel gaan, is oud, er ligt overaltroep op straat, het half open riool ruik je continu, de mensen kijken je sceptisch aan. Nee, Kuala Lumpur is niet mijn stad, die conclusie had ik voor mijzelf al na een kwartier getrokken. Omdat Ben het ook geen geweldige plek vind om een paar dagen te blijven, hebben we besloten om na twee nachten het vliegtuig naar Kuching te pakken, gelegen in het zuidelijke deel van Borneo-Maleisië. Borneo is de naam van een groot eiland dat is onderverdeeld in drielanden, namelijk: Brunei, wat een kleine en rijke oliestaat is, een deel Indonesië, en een deel Maleisië. Kuching zelf is niet bijzonder boeiend,dat de meeste mensen naar kuching gaan, is vanwege Bako national Park. Een groot natuurpark of regenwoud liever gezegd met een enorm grote diversiteit aan flora en fauna waar heel Borneoom bekend staat. Ben en ik boeken een dagtripje naar Bako en een avondcruise over de dichtbij gelegen rivier. Die avond worden wij opgehaald door een busje dat ons in een half uur rijden naar de rivieroever zou brengen. We komen aan in een kleine haven, waar de primitieve bootjes nog met een tractor in en uit het water worden gereden. Samen met nog een andere toerist en onze gids stappen we in een klein bootje en worden begroet door de kapitein. De trossen gaan los, de motor wordt gestart enwe varenwegwaarna we al direct een gigantische krokodil zien liggen op een houten platform in de rivier. Wat is die groot zeg! Helaas laat het dier zich snel in het water glijden wanneer het merkt dat wij aanwezig zijn. Het tripje is nu zijn geld al waard! Naarmate de zon verder zakt, zien wij wat neusapen rondhangen in de bomen, een visarend hoog op een takzoekend naar een prooi. We proberennog wat dolfijnen te spotten wat helaas niet is gelukt. Met een voldaan gevoel keren we terug naar de havenWe bedanken de kapiteinen worden naar ons hostelgebracht.

Vroeg in de ochtend worden we opgehaald door een personenauto. De chauffeur is tevens onze gids voor die dag en samen rijden wij naar het Bako national park. Bij de ingang van het park bruist het vanbedrijvigheid en de vele toeristen. Omdat Ben en ik beiden niet weg zijn van dit soort drukke toeristische trekpleisters hebben weonze bedenkingen. Nadat wij ons ingeschreven hebben en onze reddingsvesten aangetrokken hebben, mogen we op de boot, die ons enkele kilometers verder zou brengen. We leggen aan bij een steiger en zodra we aan land zijn vaart de boot weer terugvoor een nieuwe lading toeristen. Samen met onze gids lopen we een stukje over het strand tot we bij een groepje neusapen aankomen die aan het poseren zijn voor een handjevol mensen.Het is maar goed dat er digitale camera's zijn dezer dagen, want een camera met filmrolletje had ik al zeker tien keer vol geschotenmet die dieren! Het is weer een goed begin van de dagtrip. We krijgen er zo langzamerhand meer zin in wanneer we zien dat het toch niet zo druk is als we eerst dachten.Wanneer we beiden klaar zijn met foto's maken, volgen we onze gids een stukje het bos in waar hij ons wat slangen aanwijst. Hoe hij deze heeftgezien, is voor ons een raadsel maar we warener vrij zekervan dat deze slangen niet veel bewegen. In de ochtend zullen de dieren naar alle waarschijnlijkheid worden gespotenblijven de vele gidsen voor de rest van de dag op de hoogte gehoudenwaar de slangenzitten. Dit alles maakt het niet minder indrukwekkend want het blijven gevaarlijke dieren! We lopen enkele kilometers door de jungle richting een mooi, klein idyllisch strandje waar we even uitrusten voordat weweer teruglopen. Bij het basiskamp lunchen ween wordt door een brutaal aapje de kip uit de lunch box van een van de toeristen gestolen! Met luid gelach slaan we het tafereel gade maar kijken ondertussen goed uit dat ons eigen eten niet voor onze ogen gestolen wordt. Na de lunch beklimmen we in de hitte nog een berg. Drijfnat van het zweet maar erg zelf voldaan komen we boven aan en genieten van het adembenemende uitzicht. Terug beneden trekken we onze schoenen uit want het is eb en de boot kan niet bij de steiger komen, waardoor we noodgedwongen een stukje de zee in moeten om in de boot te kunnen klimmen. Die avond bewonderen we onze foto's en verwonderen ons over de schoonheid van Borneo.

Als je op het internet opzoekt wat de hoogtepunten van Borneo zijn, zal het Mulu national park bijna, zo niet helemaal bovenaan staan. Vanaf Kuching nemen wede bus naar Miri,een aan de kust gelegen kleine stad waar vandaan de meeste tours naar Muluvertrekken. Aangekomen in Miri gaan wij naar een internet café om een goedkoop hostel op te zoeken en daar onze spullen neer te zetten. We lopen nog even wat rond in de stad en vragen informatie om naar Mulu ta gaan. Na wat mensen overprijzen te hebben gevraagd, wordt het al snel duidelijk dat dit ons enkele honderden euro's per persoon gaat kosten,niet helemaal de bedoeling. Zelf zoek ik op hoe duur een vliegticket naar Mulu is (Dat is de enige manier om er te komen) en kom zo tot de ontdekking dat als wedit zelf gaanboeken het vele malen goedkoper kan! Een enkele reis met het vliegtuig kost rond de dertig euro per persoon, daar komennog eten, onderdak en toertjes bij! Het is dus zeker dat we dat zelf gaan regelen. Wat we wel bij een tourbureau boeken, is een tour naar het Niah national park voor de volgende dag. Met een busje haalt onze gids ons 's ochtends op. Niah is namelijk een stukje rijden.Daar aangekomen zien wij tot onze verrassing dat er maar een paar auto's op de parkeerplaats staan! Dat is wel erg fijn hoor, zo weinig mogelijk toeristen! Nadat onze vergunningen zijn gekocht, leidt onze gids ons het bos in, wat al een attractie op zichzelf is. We lopen tot een uur of twaalf en lunchen danbij een vrouwtje dat... hoe kan het ook anders, souvenirs verkoopt! Een groot hek moet voorkomen dat er zwaluwnesten worden gestolen. Zwaluwnesten hoor ik U vragen? Ja, zwaluwnesten. Door een gigantische limoenstenen berginham komen wij bij de ingang van deeigenlijke Niah grot. Eeningang van dit formaat heb ik mij niet kunnen voorstellen. Het iszo groot dat ik hetmet mijn 18 mm lens niet op een enkele foto kan krijgen. We lopen aan de linkerkant de grot binnen en zien daar lange, aan elkaar gestoken bamboestokken hangen tot aan het plafond. Onze gids vertelt; "Aan deze stokken klimmen lokale mensen omhoog. Iedere stok behoort tot een familie. Waar de stokken aan elkaar vastzitten, houden ze even rust voordat ze aan het volgende stuk beginnen. Eenmaal bovenaan wrikt de man met een stok de zwaluwnesten los die dan naar beneden vallen. Sommige van deze stokken reiken wel tot 50 meter (!) hoog.Alseen nest naar beneden valt, staat daar iemand klaar om ze te verzamelen. De nesten worden gedroogd en verkocht (voornamelijk in China) voor duizenden dollars! Daar geloven ze namelijk dat een gedroogd zwaluwnest belangrijke voedingswaarden bezit entegen kwaaltjes helpt. Omdat de nesten zoveel geld waard zijn, proberen we er alles aan te doen om diefstal tegen te gaan, vandaar het hek bij de ingang." Ongelofelijk! Ik vind het bijzonder dat die nestjes zoveel waard zijn, waar ik nog meer van stond te kijken, is datlokale mensen via een stok zo hoog naar boven kunnen klimmen! Langzaam dalen we af in de grot, tientallen meters diep. Hoe dieper we komen hoe minder we zien, tot uiteindelijk alles zwart is voor onze ogen. We zijn in de Maangrot. Met het licht van onze gehuurde zaklantaarns kunnen we meer dan genoeg zien en vervolgen zo onze weg door de vleermuizennesten heen naar buiten. Niet ver van de grot vandaan staan we even stil bijenkele millennia oude rotstekeningen. Nahet maken vanfoto's is het tijd om de hele weg weer terug af te leggen door de maangrot waar ik nog een schorpioen spot (opletten dat deze niet onze schoenenin glipt) via de trap omhoog waar ik met water, dat tientallen meters door een rots openingin mijn mond valt,probeer te navigeren naar buiten. Na een uurtje lopen komen we terug bij de parkeerplaats waar we tevreden en voldaan met nieuwe ervaringen en verhalen het busje instappen en terug naar ons hostel worden gebracht.

Samen vliegen we de volgende dag naar Mulu national park met een klein vliegtuig waar zo'n 40-50 mensen inpassen. In Mulu aangekomen nemen wij beiden een bed in de slaapzaal, wat de goedkoopste optie is. Direct daarna bekijken we welke toursmogelijk zijn en welke we willen doen. Samen besluiten we dat het niet nodig is alles te zien, maar wel de meest bijzondere dingen! De meeste tours (3 verschillende) zouden we de volgende dag kunnen doen, en dan overmorgen zelfnog wat ontdekken voordat het vliegtuig rond 14:00uur weer vertrekt. Ja dat is een vrij Korte tijdom hier te besteden, maar achteraf gezien is hetlang genoeg geweest en hebben we alles gezien wat we wilden en nog meer! Die avond klaverjassen we nog even op de slaapzaal voordat we gaan slapen, al bedenkend welke mooie dingen we de volgende dag zouden gaan zien!


Vroeg opstaan, als eerste ontbijten en ons direct aanmelden om aan de eerste tour te beginnen! Gelukkig hebben we dat weinig gedaan, want van vroeg opstaan zijn we allebei geen fan. Als de groep compleet is, krijgen we allemaal een reddingsvest en stappen per drie in een longboot die onsvia de riviernaar een dichtbij gelegen dorp brengt. Hier vertelt onze gids dat we wat mogen rondstruinen en souvenirs kunnen kopen als we daar behoefte aan hebben. Ik luisterde al niet meer want ik was druk bezig het adembenemende uitzicht te fotograferen! Na een kwartier, de gids houd het tempo er nogal stevig in, varen we verder stroomopwaarts om de eerste grot te bewonderen. Het is een kleine grot, maar daarom niet minder bijzonder. Door de goed geplaatste lampen licht de hele grot op in een zacht maar tekenend licht wat veel aan de verbeelding overlaat. Eenmaal uit deze grot lopen we nog een stuk voordat we bij de tweede grot aankomen, waar we na de lunch naar binnen gaan. Door deze grot, die aanzienlijk groter is dan de vorige, stroomt een rivier. Ben en ik voelen de fotograaf weer in ons opkomen en zo lopen wij (alweer) achteraan in de groep. Het ene mooie fotomomentje na het andere, jullie weten wel hoe dat voelt. Maar ondanks al die foto's, zijn wij zeker niet vergeten te genieten van al die bewonderenswaardige dingen die wij zagen. Wanneer iedereen uit de grot is, mogen we nog even zwemmen. Wij slaan over en nemen een longboot terug naar het hostel waar wesnel wat eten bestellen. Over een uur vertrekken we namelijk alweer met een andere tour!


De tweede tour van die dag brengt ons naar twee verschillende grotten. De kleinste en de grootste van het gebied! De kleinste grot heet de Lady Cave. Puur en alleen omdat er een stalagmiet in staat waarvan de schaduw een vrouw afbeeldt als jeop precies de juiste plek het licht van een lamp erop schijnt. De grootste grot heet The Deer Cave (naar zeggen met de grootste grotingang ter wereld) en is zo, zo verschrikkelijk gigantisch groot! Om je een idee te geven: In de ingang kun je drie jumbo jets op elkaar stapelen. Of de Eifeltoren er rechtop in zetten(!). Langs de rechterwand trekken we verder de grot in en komen zo na ongeveer een kilometer bij het eindpunt aan. Dit was helaas het einde van de middagtour, maar als we naar buiten zouden gaan, kunnen we misschien de vleermuis-exodus nog zien! Dat wil zeggen dat alle vleermuizen in de grot (geschat op 2-3 MILJOEN...) in een enkele vlaag naar buiten komen vliegen. Jammer genoeg regent het verschrikkelijk hard als we buiten aankomen, dus lieten de vleermuizen niet veel van zich zien. Een anderhalf uur later, verzopen van de regen komen we aan in ons hostel. Die nachttour zit er niet meer in voor vanavond. We besluitenwat te gaan eten en drinken samen met de twee Nederlanders die net zijn aangekomen. Later voegen zich daar nog een Duitse, een Canadese en een Engelsman bij. Zo wordt het toch nog ondanks de regen een hele gezellige avond waarin veel wordt gelachen, zeker om de rare gezichten die onze sarcastische Nederlandse humor in het Engels overbrengt naar de anderen die daar niks van begrijpen! Wanneer we teruglopen naar onze kamer is het al gestopt met regenen. Ben en ik hebben nog wel zin om wat te ondernemen en besluiten onze eigen nachttour te organiseren! Gewapend met zaklampen en camera's lopen we een stukje de jungle in. Langzaam lopen we op het begane pad met onze zaklantaarns schijnend op de omgeving, inde hoop wat dieren te spotten. Het duurde even, maar uiteindelijk zie ik wat! Het is een gigantische pad die op zijn gemak op een boomtak zit. Heel rustig gaan we zo dichtbij mogelijk zitten, en beginnen foto's te maken. In het holst van de nacht zie je zonder kunstmatig licht niets, dus moet er voor een mooie foto worden bij geschenenmet een zaklamp. We komen er al snel achter dat de mobiele telefoon van Ben het beste licht geeft, en zo hebben we om beurten foto's gemaakt van het fotogenieke diertje! Wat mij helemaal laaiend enthousiast maakt, is dat ik verschrikkelijk dichtbij de pad kan komen om een mooie foto te maken! Zelfs met mijn cameralens op maar enkele centimeters verwijderd blijft het dieralsmaar dood stil zitten. Na een minuut of twintig (ja echt waar) en een stuk of 50 foto's verder, hebben we dankzij Ben' sbelichting kunsten en mijn fotografisch kunnen, een reeks fantastische foto's! Als Ben niet veel later ook nog een prachtig gekleurde ijsvogel weet te ontdekken, kan onze nacht niet meer stuk!


De volgende morgen boeken we ons ticket terug naar Miri. Het vliegtuig vertrekt pas in de voormiddag, wat ons genoeg tijd geeft om vogels te kunnen spotten. Veel vogels zien we niet, wel weet Ben een gifgroene adder te spotten die langs een boom omhoog kruipt! Dan is er nog net genoeg tijd om evenlangs een kleine waterval te lopen voordat we op tijd terug moeten zijn om ons vliegtuig te halen! Net zoals op de vlucht hier naartoe, waren er ook niet veel mensen op de terugvlucht. Het is maar een half uur vliegen,we boeken ons na anderhalf uur na vertrek alweer in het hostel in Miri waar we eerder ookzaten. De volgende dag willen we graag naar Brunei, ook al is daar werkelijk niets te doen, dus vragen we aan het personeel in ons hostel hoe laat de bussen vertrekken vanaf het busstation. Dat weet ons te vertellen dat er vanaf het hostelmorgenochtend rond tien uur een minibusje vertrekt naar Bruneiwaar wij nog wel bij passen! Zo zitten wij met een delegatie mooie Europese en Amerikaanse vrouwen de volgende dag in het busje op weg naar Brunei. Zoals ik almeldde, is er in Brunei weinig tot niets te doen. Het land verdient zo schandalig veel met de olie diehet uit de grondhaalt dat het toerisme niet van belang is. Toch willen we erovernachten en boeken na aankomst in de hoofdstad een hotelkamer. We lopen de rest van de dag wat rond en komen zo uiteindelijk in een kleine supermarkt waar de eigenaar snel een groot blikje bier in de koelkast zet waarvan hij zojuist een slok heeft genomen. Brunei is buiten rijk, ook extreem islamitisch,alcohol en sigaretten zijn streng verboden! Met een verschrikte blik vraagt de man waar wij vandaan komen. Als wij hem vertellen dat wij Nederlanders zijn, verschijnt er een grote glimlach op zijn gezicht, pakt hij zijn biertje uit de koelkast en vraagt of wij misschien op zoek zijn naar bier, dat verkoopt hij namelijk wel! Verbaasd overhet gemak waarmee de regels hier gebogen worden, bedanken we en kopen wat eten en drinken. Als we er ook achter gekomen zijn vanaf waar morgenochtend de bus naar Maleisië vertrekt, besluiten we de rest van de avond ons maar terug te trekken op onze kamer en een film te kijken!


Wanneerik 's ochtends wakker word is Ben er al uit. Hij voelt zich niet goed en heeft al enkele keren overgegeven. "Ik denk dat het eten van gisteravond niet goed is gevallen" zegt hij. Ja dat kan, maar ik heb hetzelfde gegeten en heb nergens last van! In Brunei blijven wil hij niet, dus zijn we naar de bus gelopen die ons naar Kota Kinabalu zal brengen. In het begin lijkt het weer iets beter te gaan met hem, maar naarmate we wat langer aan het rijden zijn, gaat het slechter en slechter. Wanneer we stoppen om wat te eten geeft hij weer enkele keren over, en ook bij de verscheidene grens overgangen zoekt hij even een toilet op. Verscheidene grens overgangen ja! Brunei bestaat namelijk uit twee uit elkaar liggende stukken land.Wanneer je vanuit Miri naar Kota Kinabalu gaat, moet jedoor twee stukken van Brunei! Tel even mee: Maleisië uit, Brunei in, Brunei uit, Maleisië in, Maleisië uit, Brunei in, Brunei uit, Maleisië in. Dat zijn 8 stempels in 24 uur tijd! Maar dat was nog niet alles. Maleisië bestaat namelijk uit twee provincies op Borneo namelijk Sarawak en Sabah, waarvoor je ook een exit en entree stempel krijgt! Wanneer we dan eindelijk in Kota Kinabalu aankomen, zijn we 10 stempels rijker in ons paspoort. Het is geen bus reis die je enkele keren per maand moet doen, dan is je paspoort binnen de kortste keren vol. In KK (Kota Kinabalu) zoek ik snel een hostel op voor ons zodat Ben op bed kan gaan liggen, hij voelt zich helaas nog steeds beroerd. Ik loop zelf nog wat rond door de kleine, maar toch drukke stad voordat ik uiteindelijk ook naar bed ga.


Die ochtend voelt Ben zich al stukken beter! Nog steeds niet geweldig dus doet hij het overdag nog rustig aan. 'S avonds gaan we een film kijken in de bioscoop en na de film bekijken we wat we nog willen doen in dit gebied. In de omgeving zijn tal van activiteiten, waarvan er een torenhoog bovenuit steekt: Mountain Kinabalu. Ben heeft nog nooit een berg beklommen, en zou dit wel graag willen doen. Ik heb mijn twijfels, aangezien het weer enkele honderden euro's kost, en ikde Kilimanjaro in Tanzania al heb beklommen, inmiddels bijna twee jaar geleden. Ben begrijpt dat wel, maar wil ook niet alleen dus blijft hij zoeken of het goedkoper kan. Wonder boven wonder vindt hij inderdaad een website waar beschreven staat hoe je voor iets meer dan honderd euro toch de berg kan beklimmen. Dat is als je direct bij het bureau van het park zelf boekt. Duszijn wij de volgende dag naar het boekingsbureau gelopen en hebben een bergbeklimming geboekt voor twee dagen later. Die resterende twee dagen laten we de was doen, struinen wat rond in de stad, gaan naar de film en doen we verder helemaal niks! Ook weer even lekker! Die zondag morgen moeten we vroeg op. We gaan een berg beklimmen! Rond zeven uur vertrekt het busje vanaf het station. Helaas vertrek deze pas als hij vol zit, of voor minimaal 250 Maleisische Ringgit (E 37,50). Omdat het park de laatste groepen om 10 uur 's ochtends laat vertrekken en het park enkele uren rijden is, besluiten we het volledige bedrag maar te betalen met de vijf mensen die in het busje zitten. De rit is erg lang, en de meeste van ons vallen al snel in slaap. Een uur of twee later komen we bij het park aan en besluiten een groep te vormen met zijn vijven zodat we maar een gids hoeven te betalen in plaats van meerdere! Zo gaan we een half uur later de berg op. De tocht zou "maar" twee dagen duren. Op dag een klimmen we tot 3200 meter hoogte (terwijl we al op 1800 meter hoogte beginnen), en na middernacht klimmen we de laatste 800 meter om zo de zonsopgang te kunnen bewonderen waarna de afdaling begint naar beneden. Uiteindelijk zullen we zo'n 2,2 km omhoog klimmen, verdeeld over een afstand van 8 km. Dat klinkt misschien best gemakkelijk, maarvalt toch vies tegen! Omhoog naar het kamp bestaat de route voornamelijk uit trappen met vrij hoge treden. Halverwege begint het ook nog eens te gieten van de regen, dus trekken we onze poncho’s aan. Hetzou beter zijn geweestdat niet te doen, aangezien het zo warm is dat we niet veel later doorweekt zijn van ons eigen zweet. Lekker is anders... Afijn, na vier uur klimmen, drijfnat en flinke pijn in de bovenbenen komen we aan bij het kamp huis. Hier kopen we warme chocolademelk en wachten tot het vroege diner begint. Dat moet vroeg, want zo kunnen we ook vroeg naar bed om wat te slapen voordat we het tweede deel omhoog gaan!


Rond half twee staan we op om te ontbijten, en zodra de groep bijeen is vertrekken we voor het laatste deel naar de bergtop. Met nog slaperige ogen en pijnlijke bovenbenen verplaats ik de ene voet voor de andere de smalle, gladde trappen op. Na een half uur klimmen houdt het pad op, en is er een dik touw gespannen dat helemaal tot aan de top leidt. Over het algemeen is het zonder touw nog goed te doen, maar op sommige stukken heb je dat toch echt nodig! Het is dan zowel te glad of te gevaarlijk. De laatste honderd meter voor de top moeten we zowaar zelfs nog rotsklimmen voordat we van de net opkomende zon en onze verse overwinning kunnen genieten! De hele tocht was het meer dan waard om dit indrukwekkende schouwspel te kunnen bewonderen. Wat een plaatje! Ben heeft stiekem een deken mee genomen vanuit het kamp waar we hebben geslapen, en iedereen verklaarde hem voor gek; "Dat je dat helemaal mee naar boven meesleept!" Maar nu iedereen op de top kou lijdt, zit Ben lekker warm in zijn dekentje weggestopt foto's te maken en is iedereen jaloers! Ik vind het wel een komisch gezicht. Langzamerhand beginnen we aan onze terugweg naar het kamp. We pakken de tassen weer in, checken uit en lunchen nog even voordat we verder afdalen, naar het beginpunt van de tocht. Ook is dit weer gemakkelijker gezegd dan gedaan. Omhoog klimmen is een ding, vermoeid naar beneden waarbij je knieen en enkels de schokkenmoeten opvangen is nog veel erger! Wanneer ik dan ook daadwerkelijk beneden aankom en door het hek loop, voelen mijn knieënalsof ik net heb leren lopen. Vermoeid en uitgeput eten we nog wat in het restaurant aan de voet van de berg om uiteindelijk met nog twee anderen een taxi te delen terug naar KK.

In de dagen die volgen hebben we erg rustig aan gedaan. Samen lopen we de eerste dag over straat alsof we beiden door een grote bos(CENSURED) in onze (CENSURED) waren genomen. Jullie begrijpen wat ik bedoel, toch? Zelfs een stoeprandje oplopen doet al pijn, laat staan de trap omhoog in ons hostel. God zij dank voor de roltrappen in het winkelcentrum! Eigenlijk willen we beiden Borneo niet verlaten,voordat we Orang oetans hebben gezien. Daarom boeken wij, wanneer we eenmaal weer normaal kunnen lopen, een jungleverblijf voor drie dagen en twee nachten. Nadat we eenmaal weer normaal kunnen lopen nemen we enkele dagen daarna een taxi naar het bus station om richting het zuiden van Maleisisch Borneo te gaan. Het is een vrij lange busrit, maar het uitzicht maakt erg veel goed. Bij een wegrestaurant worden we uit de bus gezet. De vrouw in het hostel had namelijk op een briefje geschreven waar wij afgezet moeten worden, en dat heb ik aan de buschauffeur moeten geven zodat we zeker weten dat we op de goede plek zullen uitstappen. Bij het wegrestaurant worden we niet veel later opgehaald door een mini busje waar wat mensen in zitten. Samen rijden we naar de rivier waar een bootje ligt te wachten om ons naar de overkant te varen. Daar staat een verzamelinghuisjes wat de komende dagen ons onderdak zal zijn. Bij aankomst krijgen we limonade en een toespraak van een van de medewerkers waarna we naar onze kamers mogen. Natuurlijk als echte backpackers hebben Ben en ik een bed in een slaapzaal geboekt omdat dat nu eenmaal het goedkoopst is.We laten we onze tassen daar en gaan terug naar de receptiewanneer de gong net gaat. Twee dagen achtereenis erieder dagdeel een activiteit gepland die wordt ingeluid met een gong zodat iedereen weet dat de activiteit gaat beginnen. De middag activiteit beslaat een riviercruise om wildlife te gaan zien. Veiligheid voorop, dus trekken we de reddingsvesten aan en nemen plaats in het bootje. De zon schijnt, en... nee, wacht.. Opeens verschijnen er overal wolken en voordat we er erg in hebben, worden we getrakteerd op een lauwe stortdouche die onze kleding doet doordrenken van vocht dat samen met de wind door de snelheid van de boot ervoor zorgt dat binnen de kortste keren de innemende, koude, kille rillingen over onze ruggetjes laat lopen. Gelukkig zien we apen, olifanten, wat vogels en een gigantische leguaan door de dikke regendruppels heen. Is toch alles niet voor niets geweest... Doorweekt en bevroren tot op het bod komen we net voor het diner aan in het kamp en trekken we wat droogs aan voordat de gong slaat voor het eten. Eerlijk is eerlijk, na een verfrissende bui, smaakt het bijzonder goede eten nog vele malen beter! Na het eten wordt de dag besloten met een nachttour waar we een verschrikkelijk mooi gekleurde ijsvogel zien, en zelfs een heus spookdiertje! Fascinerende dieren, stuk voor stuk!


Vroeg op! We beginnen met een ochtendcruise nog voor het ontbijt. Het wordt net licht en het weer ziet er veel belovend uit.Veel zien we niet die ochtend, maar toch was het een fijne tocht! Na het ontbijt gaat de gong voor de ochtend wandeling. Samen met een gids lopen we een heel stuk het bos door op kaplaarzen om door alle modderige plassen heen te komen waar je gemakkelijk tot aan je enkels in zinkt als je even niet oplet. Uiteindelijk komen we aan bij een prachtig, rustig meertje. We rusten wat en lopen terug om op tijd te zijn voor de lunch. Na de lunch hebben we tijd voor onszelf. Ben is met een Nederlands koppel aan het praten, ik besluit om een korte wandeling te gaan maken. Als ik een stukje het bos in loop hoor ik opeens rechts van mij iets in het struikgewas ritselen.. Ik ga van het pad af en loop een stukje verder, zo zachtjes mogelijk. Wanneer er een takje onder mijn voet door midden breekt, zie ik vanuit mijn ooghoek net een baby pygmee olifant wegrennen! Wat was dat gaaf zeg! Hij was niet groter dan anderhalve meter en kwam waarschijnlijk wat drinken bij de waterplas. Voorzichtig loop ik verder in de richting waar hij verdween. Een half uur later houd ik het voor gezien. Trots vertel ik aan Ben wat ik heb gezien en vraag of hij anders ook nog even de jungle in wil. Dat wil hij wel, maar omdat hij geen zin heeft om alleen te gaan ga ik ook mee. We lopen naar de waterplas waar ik het olifantje heb gezien, wanneer we opeens hoog in de bomen iets anders horen. Het kost ons even maar uiteindelijk zien wij twee orang oetans rustig van boom naar boom slingeren! Ben's ogen worden groot en ook ik voel de adrenaline door mijn aderen stromen. Orang oetans! Wat gaaf zeg.. Zo zachtjes mogelijk proberen we twintig meter lager deze bijzondere dieren te volgen en wat foto's te maken. Wanneer ze ons in de gaten krijgen verdwijnen ze in luttele seconden in de hoge boomtoppen van het regenwoud. Ben en ik kijken elkaar aan, "we hebben ze gezien! En helemaal voor onszelf!!" Met een gelukzalig gevoel vertellen we aan het Nederlands koppel dat we orang oetans gezien hebben en met jaloerse blikken zeggen ze het jammer te vinden niet mee te zijn gegaan. Halverwege de middag komt er een nieuwe groep mensen aan die samen met ons de middag cruise doen. Deze keer hebben we erg veel geluk, er staat namelijk een hele groep Borneaanse pygmee olifanten bij een waterplas! Het heten pygmee olifanten, omdat ze de kleinste olifanten ter wereld zijn. Het blijven olifanten dus zijn het nog steeds gigantische beesten, maar ik had mij toch wat anders voorgesteld toen ik het woord "pygmee" hoorde... Wat nog veel erger is, maar helaas onvermijdelijk, is dat er een toerist of veertig het groepje aan het bekijken is! Is het daarom niet speciaal meer? Nee! Natuurlijk niet! Ja het is veel leuker om alleen te zijn met de dieren, maar vanaf het moment dat je ergens een tour boekt weet je van te voren vrijwel zeker dat er meer mensen hetzelfde idee hadden en de kans nihil is dat je een momentje alleen met de dieren door zal brengen. Wil je dat wel? Dan kun je ofwel een privé tour boeken of gewoon lekker zelf op pad gaan, mits je goed voorbereid bent natuurlijk...


Na de cruise en het diner stond ons nog een nacht tour te wachten. Helaas is iedereen deze keer meegegaan en banjerden we met een mannetje of vijftien door een donkere, stille jungle die opgeschrikt werd van de lawaaierige kwebbelende toeristen... irritatie momentjes... Je bent op een nacht tour dus houd je je smoel toch? Gelukkig hebben we toch nog wat gezien. Ben en ik besluiten dat we zelf nog even een nacht tour zullen doen. Wanneer wat andere toeristen daar lucht van krijgen opperen ze ook wel mee te willen, om niet de chagrijnige Nederlanders uit te hangen, stemmen we toe. Zo gingen we, na wat gedronken te hebben met vijf mensen weer de jungle in. Opnieuw wordt er weer luidruchtig gepraat, maar na enkele keren hard SSSST!! te hebben gezegd, begrijpen ze de hint en houden hun mond. Na een minuut of twintig wordt het koppel dat mee was het zat, en zegt terug naar het kamp te willen. Ik vraag of ze de weg zelf terug kunnen vinden, maar dat is uiteraard niet het geval. Als we weer met zijn tweeën over blijven halen Ben en ik opgelucht adem; "Zo, eindelijk alleen...". Met onze camera's en Ben's zaklamp (mijn zaklamp was stuk) maken we onze weg door de jungle en komen af en toe wat kleine insecten tegen, tot we opeens een uil in de verte horen. We spitsen onze oren en proberen in de richting van het geluid te lopen. We steken kleine stroompjes over, klimmen over grote boom wortels en slaan wat planten opzij. "Weet jij de weg terug nog?" vraagt Ben. "Jawel, laten we maar terug gaan voordat ik het kwijt ben". Zo gaan we terug naar het kamp.. dacht ik. Het was toch deze kant op? Of toch de andere kant? Samen lopen we door het bos en met iedere stap die we zetten wordt het gevoel groter dat we verdwaald zijn. Na een kwartier rond gedwaald te hebben, gebeurd het onvermijdelijke; Het licht van Ben's zaklamp gaat minder fel branden... Snel zoek ik een droge plek op om op te staan en doe de zaklamp uit. "En nu?" vraagt Ben laconiek. "Straks moeten we nog om hulp gaan roepen!" Daar moet ik even over nadenken, maar kom al snel tot de conclusie dat om hulp roepen onze enige kans is om een overnachting in de jungle te vermijden. Het is pas 11 uur dus over een uur of zeven begint het pas licht te worden! Met lichte schaamte begin ik dan toch maar met roepen... HEEEEEEEELP!!! IS THERE ANYBODY OUT THEEEEERE?!?! Als het even stil is, begint Ben ook met schreeuwen, en zo wisselen we elkaar af voor ongeveer tien minuten. "Heb jij je luchtbed niet meegenomen dan?" vraagt Ben. Nee, zeg ik. "Jij zou toch je tent meenemen"? reageer ik. Als we weer enkele noodkreten uit roepen horen we in de verte; "HELLOOOOOOOO?" Gelukkig, iemand heeft ons gehoord! Door over en weer te roepen weten de vier, blootvoetse mannen ons te vinden. Uitgeput vragen ze of alles goed met ons is, ze waren namelijk bang dat ons wat overkomen was! Onze glimlach verbergend zeggen we dat alles prima is. We vinden het erg vervelend voor de mannen dat ze zo in de stress hebben gezeten voor ons, maar ze kunnen er gelukkig ook hard om lachen. Als Ben vraagt of er nog nooit iemand anders verdwaald is in de jungle, kijkt een van de mannen ons met een verbazende blik aan en zegt; "Nee, niemand is ooit zo stom geweest om midden in de nacht het bos in te gaan met maar een enkele zaklamp!" Uiteindelijk bleken we maar tien minuten lopen van het kamp vandaan te zijn geweest, wat de schaamte alleen nog maar groter maakte. Met veel bedankjes en E12,50 per persoon (dat is veel geld voor die mensen) dat ze aannemen op ons aandringen, wensen we alle vier een goede nacht, en beloven niet meer zomaar de jungle in te lopen zonder het iemand eerst te laten weten! Lachend van onze stommiteit vallen we niet veel later in een diepe slaap.


"HELLOOO? Do you still want to come with the morning cruise?" Het is zes uur 's ochtends en we worden wakker van de receptioniste die op onze deur klopt. "Yes yes, we are coming!" roep ik. Snel kleden we ons aan en lopen naar de steiger vanwaar de cruise vertrekt. Helaas zien we niet veel, maar dat is niet erg. We hebben gezien waar we voor zijn gekomen; Orang oetans! Na het ontbijt pakken we de tassen in en melden ons af bij de receptie. Met een bootje worden we naar de overkant gevaren waar het busje al staat te wachten om ons terug te brengen naar het wegrestaurant. Hier wachten we enkele uren samen met een Engelsman op de bus die ons weer naar Kota Kinabalu zal brengen. Gelukkig komt de bus iets eerder zodat we niet langer hoeven te wachten. Onderweg voelt Ben zich plotseling niet zo lekker, dus ga ik ergens anders zitten om hem wat ruimte te geven. Eenmaal in Kota Kinabalu blijft Ben zich slecht voelen war alleen maar erger wordt. Eigenlijk hadden we gepland om de volgende ochtend naar de Filipijnen te vliegen, maar dat stellen we nog even uit tot hij zich beter voelt. De volgende dag blijft Ben het grootste gedeelte van de dag op bed liggen. Hij eet niks en verliest veel vocht. Hij drinkt niks anders dan water maar de pijn blijft aanhouden. Als het de volgende dag nog niet veel beter gaat besluiten we naar het ziekenhuis te gaan. In het ziekenhuis verteld de dokter dat Ben maar even bloed moet laten prikken, omdat hij verschijnselen heeft van malaria en willen ze zeker weten of dat de reden is. We moesten een klein uur wachten voordat we aan de beurt waren en nogmaals ruim twee uur op de uitslag, die gelukkig negatief was! Geen malaria. Volgens de dokter was het waarschijnlijk een buikgriepje met een kleine mogelijkheid op Dengue (knokkelkoorts). Helemaal klaar met het ziekenhuis bedanken we de dokter en gaan terug naar het hostel waar Ben gelijk weer naar bed gaat. De volgende ochtend voelde hij zich zowaar een stuk beter! Later op de dag hebben we nog een film bezocht en een ticket naar de Filipijnen geboekt. Ook willen we beide graag ons PADI open water halen (duikbrevet) dus maak ik een reservering bij een bedrijf in het zuiden van de Filipijnen. De dag dat we gaan vliegen voelt Ben zich bijna helemaal de oude, dus vertrekken we vol goede moed naar het vliegveld! Het is maar enkele uren vliegen, maar aangezien we met Royal Brunei Airlines vliegen, vliegen we via Brunei waar we over moeten stappen waardoor het allemaal iets langer duurt. In Manila, de hoofdstad van de Filipijnen, aangekomen nemen we een taxi naar ons hostel toe dat ik van tevoren heb geboekt. Het is avond en zo lopen we het centrum in op zoek naar wat te eten, wat ons bij een Italiaans restaurant brengt.


Wanneer we beide wakker zijn besluiten we naar de bioscoop te gaan! Ben loopt wel een beetje moeilijk, hij heeft wat last van zijn been dus besluiten we niet lang door de stad te banjeren. Na de film nemen we de kortste route weer terug, omdat Ben steeds moeilijker gaat lopen. Hij gaat rustig op bed liggen en ik ga met mijn laptop naar het dakterras. Enkele uren later komt Ben met een pijnlijk gezicht en tranen op zijn wangen naast me zitten. "Wat is er aan de hand?" vraag ik geschrokken. "Mijn rechter lies doet zo'n pijn, ik kan nauwelijks lopen!" "Jezus Ben, waarom kom je dan ook naar boven?" Nadat hij bijgekomen is lopen we rustig de trap af naar de slaapzaal waar Ben op bed gaat liggen. We hebben het erover, zonder enig idee te hebben waardoor het zou kunnen komen. Van de pijn kan hij niet slapen en om die reden loop ik naar de lokale apotheek om wat lichte slaapmedicatie te halen. Wanneer ik de volgende morgen wakker wordt verteld Ben dat hij een verschrikkelijke nacht heeft gehad. Lopen gaat nog steeds met grote moeite. Hij moet zijn rechterbeen met beide handen ondersteunen om zo, stapje voor stapje vooruit te kunnen komen. We besluiten naar het ziekenhuis te gaan wat volgens lokale mensen een van de beste ziekenhuizen in Manila is. Ben is een grote vent en zal de laatste zijn die door een beetje pijn gaat huilen, maar om hem zo met dikke tranen een trapje af te zien gaan, is gewoon zielig. Een taxi brengt ons naar het ziekenhuis waar hij zichzelf een rolstoel in hijst. Bij de balie maken we een afspraak met dokter Liam die direct beschikbaar is. Dat is fijn! Door de gang heen, zittend in zijn rolstoel wordt Ben's humeur alweer beter. Met zijn handen trekt hij hard aan de wielen van zijn rolstoel waardoor hij mij voorbij stuift en zingt; "You see me roooolliiiing"! Lachend loop ik achter hem aan naar de liften toe. Eenmaal boven verwelkomt de dokter ons in zijn kantoor en laat Ben op het bed liggen. Hij kijkt, voelt, stelt vragen en concludeert dat we maar een x-ray moeten laten maken van zijn been. Maar dat kan pas over een paar dagen. Hij denkt weer even, en zegt dan dat een MRI scan vandaag nog wel kan. Ik denk bij mezelf; "Lekker is dat, een dokter die er niet over uit is wat hij nu aan moet met de patiënt.." Zo schrijft hij Ben wat medicatie voor (spierverslappers) en verwijst hij ons door naar de MRI afdeling. Bij de MRI afdeling horen we dat Ben over enkele uren pas een scan kan laten maken, dus gaan we wat eten terwijl we wachten. Wanneer de MRI eenmaal achter de rug is verlaten we het ziekenhuis en gaan terug naar het hostel. Ben gaat weer op bed liggen en begint aan de medicatie, die hij eens in de acht uur mag slikken, samen met een pijnstiller.

De volgende dag heeft Ben al iets beter geslapen, maar het doet nog steeds verschrikkelijk veel pijn. Later die dag wordt ik gebeld dat de MRI resultaten klaar zijn en we ze kunnen komen ophalen. Samen met Ben, die alleen maar slechter ging lopen iedere dag, ga ik naar het ziekenhuis om de resultaten op te halen. Het is vrijdag dus is de dokter waar we gisteren bij waren niet aanwezig, en maken we een afspraak bij een andere dokter. Ben gaat alleen naar binnen en komt nog geen tien minuten later weer naar buiten met een grote glimlach. De dokter heeft naar de CD gekeken waar de resultaten op staan, en volgens hem is het maar een spierverrekking die met genoeg rust over vier dagen over is! Kijk dat is nog eens goed nieuws! Wanneer ik beneden uit de lift stap gaat mijn telefoon weer. Het is de MRI afdeling, of we nog even langs willen komen, want er is iets mismet de MRI. Op de afdeling krijgen we te horen dat ze ons per ongeluk een lege CD mee hadden gegeven, de gegevens kunnen we morgen pas ophalen. Dat meen je niet... De dokter waar Ben net is geweest heeft dus naar een lege CD zitten kijken? Wat een kwakzalver! Ben's humeur sloeg weer om en samen gingen we naar de balie om een nieuwe afspraak voor de volgende morgen te maken met dezelfde dokter die we in eerste instantie al hadden. Die nacht slaapt Ben weer slecht, en is nog steeds in hevige pijn. Gelukkig bieden de spierverslappers enige verlichting. Ben heeft geen zin meer om een dokter te bezoeken, want we hebben besloten gaan naar huis te gaan. Ik ga in mijn eentje nog even zijn MRI ophalen die dag, en na nog een laatste, slechte nacht in de Filipijnen, was het tijd om naar huis te gaan. Met een taxi naar het vliegveld waar ik een rolstoel kon regelen voor Ben. Eerst zouden we met Malaysian Airlines naar Kuala Lumpur (Maleisië) vliegen, en vanaf daar met een rechtstreekse vlucht naar Amsterdam. Onze ouders wisten uiteraard wat er gaande was en zouden ons op komen halen. De eerste vlucht ging nog wel goed. Omdat Ben bijna niet kon lopen mochten we als eerste het vliegtuig in, en als laatste in Kuala lumpur het vliegtuig weer verlaten. Terwijl we aan het wachten zijn om in te stappen op onze vlucht naar Amsterdam, hoor ik zo, verschrikkelijk veel mensen Nederlands praten! Daar moet ik weer aan wennen. Ook deze keer mochten wij als eerste het vliegtuig in. Onderweg gaat de linkerknie van Ben opeens erg pijn doen. Het schijnt veel erger te zijn dan de pijn in zijn rechter dij been. Het doet zo'n verschrikkelijke pijn, dikke tranen stromen over zijn wangen, en er is niets dat ik kan doen... Het is een ware horrorvlucht voor hem geweest, als we uiteindelijk in Amsterdam landen. Thuis. Na bijna twee jaar, ben ik thuis. Het is nog een beetje onwerkelijk, maar ik kijk er erg naar uit mijn ouders weer te zien...


Het vliegtuig uit was teveel gevraagd van Ben. Nu hij zo'n pijn heeft in beide benen kan hij helemaal niet meer lopen. Met een speciale rolstoel wordt hij het vliegtuig uit gedirigeerd waarna hij plaats kan nemen in een normale rolstoel. Nadat we door de douane zijn, en onze tassen hebben, zie ik dan eindelijk mijn familie weer.

Met zijn alle gaan we even naar de ehbo post op het vliegveld, waar we na een korte discussie het voor elkaar krijgen om de dienstdoende dame een telefoontje te laten plegen naar het Spaarne in Hoofddorp zodat Ben daar direct opgenomen kan worden. Na twee maanden samen gereisd te hebben, neem ik afscheid en wens hem veel succes toe.


In het ziekenhuis zijn de doctoren erachter gekomen dat Ben ergens een vlees etende streptokok bacterie heeft opgelopen die zich in zijn rechter dijbeen en vervolgens in zijn linker knie heeft genesteld. Op beide plekken is hij geopereerd. Volgens de doctoren zijn we net op tijd terug gekomen. Als we twee dagen langer hadden gewacht was de bacterie waarschijnlijk verspreid naar zijn organen en was het te laat geweest... Dat is nog eens een klap in je gezicht.
Inmiddels is Ben thuis. Hij moet voorlopig nog even revalideren, maar iedere dag gaat het een klein beetje beter!!

Na een drukke maand in Nederland, heb ik besloten weer verder te reizen. 10 December ben ik naar Bangkok gevlogen waar een week later twee vrienden bij gekomen zijn. Samen zijn we voor drie weken door Thailand aan het reizen. Volgende week vliegen ze terug en ga ik alleen weer verder richting Cambodja! Binnenkort maak ik een foto map op mijn website van Maleisië! Mijn volgende blog zal minder lang op zich laten wachten.

Mike.

You like happy?

Op onze laatste avond in Singapore, besluit ik om mijn verhaal maar even af te maken en op mijn website te zetten. Als je samen aan het reizen bent, ben ik achter gekomen, ga je minder snel zitten om een verhaal te typen. Waarom dat precies is weet ik niet. Wat ik wel weet is dat ik samen met mijn neef Ben inmiddels al een maandaan het reizen ben, en er weer een hoop dingen zijn gebeurd...

Dom Brian bracht mij van New Norcia naar Perth. Nadat wij afscheid hadden genomen belde ik Graeme, de oude chefkok van het hotel waar ik gewerkt heb, en zijn we nog wat gaan drinken. Samen met hem ben ik langs gegaan bij Neil en Palak om hun nieuwe familie lid te bewonderen! Palak was bevallen van een gezond meisje genaam "Faith". Nadat we het nieuwe wondertje aanschouwd hadden bracht Graeme mij naar het vliegveld en ben ik met de noorderzon vertrokken naar Bali! Het reizen is weer begonnen en ik moet zeggen dat ik er ook erg aan toe was. Hoezeer ik mijn werk ook zal missen in New Norcia, vind ik het bijzonder fijn om weer met mijn backpack de wereld te verkennen! En deze keer zou ik niet alleen zijn...

Aangekomen op bali heb ik mij door de welbekende menigte van taxi chauffeurs heen moeten worstelen eer ik bij de parkeerplaats terecht kwam. Ook hier staat dan een stoet van chauffeurs die mij wel even naar mijn hotel wou brengen. Ik kies er een uit, en vraag wat het kost om naar Seminyak vervoerd te worden, een buitenwijk van Denpasar. De prijs die hij noemde (200.000 roepiah) was veel te veel, maar hoezeer ik het ook probeerde, lager wou hij niet. Omdat ik moe was en geen zin had om een half uur ta gaan discussieren met andere chauffeurs, ben ik voor die 13 euro bij hem in de taxi gestapt en zat ik dertig minuten later al in mijn hotelkamer. Achteraf gezien heeft hij twee keer zoveel verdient als normaal voor dat korte ritje, maar ach, is die man ook weer blij.
Het hotel was klein maar bijzonder prettig, buiten het feit dat de airconditioning het niet deed op mijn kamer. Ik zat in een twinshare kamer, omdat Ben over anderhalve dag ook al aan zou komen. De dag voordat ik hem op zou gaan halen, ben ik wat in Seminyak en Kuta rond gaan lopen om alvast maar wat te wennen aan het benauwde klimaat. Lopend door de veel te drukke straatjes wordt er tot ergernis aan toe, regelmatig gevraagd of ik misschien geen scooter wil huren, taxi nodig heb of gemasseerd wil worden. "You like happy?"... Nee dank u wel, ik pas vandaag maar even.

Die maandag middag ben ik naar het vliegveld gelopen, om sinds ruim anderhalf jaar mijn jongste neef weer te gaan zien! Stipt op tijd landde zijn vliegtuig en kwam hij niet veel later de aankomsthal uit lopen terwijl hij tegen een Amerikaans meisje aan het praatte was. Na onze vrolijke begroeting, zei ik tegen hem teleurgesteld te zijn dat hij niet met twee vrouwen het vliegveld uit is komen lopen..! Samen met de Amerikaanse hebben we een taxi genomen (dit keer voor een betere prijs) naar ons hotel toe. Zij bleek vlak bij ons in een hostel te verblijven, dus spraken we af wat te gaan eten in een nabij gelegen vegetarisch restaurant. Het meise was bijzonder spraakzaam en verschrikkelijk aandachtgei... In ieder geval, haar naam was Eugenia, en Ben en ik hadden al snel door dat onze meningen meer dan eens overeenkwamen, zo ook in dit geval. Voor de zonsondergang zijn we naar het strand gegaan om foto's te maken, en ging "Eugenia" in het midden van ons gezichtsveld even haar yoga kunsten laten zien, zodat op elke foto die wij namen ook zij goed te zien was.. Het was een aparte meid om het zo maar te noemen.

In Seminyak zijn we niet lang gebleven. De vele toeristen irriteerden ons, dus hadden we besloten maar zo snel mogelijk van Bali te vertrekken, nadat we enkele dagen een bezoekzouden brengenaan Ubud, net boven Denpasar gelegen. In Ubud ligt namelijk het monkey forrest, en is de omgeving een stuk mooier met minder bebouwing! Hier verbleven we bij een gezin dat enkele kamers verhuurde aan reizigers. Voor iets meer dan tien euro hadden we onze eigen kamer met twee bedden, en voor 3,6 euro kregen we iedere avond beide een heerlijke maaltijd voorgeschoteld. Vera, het dochtertje van de eigenaren is een bijdehand maar erg leuk kind. Het nadoen van toeristen is iets wat haar, en ook ons, kostelijk amuseerde! Het bijzonder toeristische monkey forrest is enkel goed om mooie foto's van aapjes te maken, wat ons goed gelukt is. Vlakbij Ubud hebben we ook nog een dagtrip naar de rijstvelden en vulkaan gemaakt wat voor mooie uitzichten zorgde en zijn we diezelfde avond nog naar een traditionele Indonesische dans geweest, erg indrukwekkend! De laaste dag in Bali vulde we met een ritje naar het centrum van Denpasar, omdat ik een nieuwe oplader voor mijn camera batterij moest hebben die ik o zo bijdehand in Australie had laten liggen. Met ook dat probleem uit de weg kochten we twee tickets naar Gili air, een van de drie Gili eilanden noord westelijk gelegen van Lombok en de minst toeristische (dachten wij)...

Met het busje naar de haven, en met de boot naar Gili air. Gili air is het kleinst van de drie Gili eilanden, en ook het dichtsbevolkt met toeristen. In 45 minuten kan je om het eiland heen lopen, en ik zal niet overdrijven als ik zeg dat er rustig meer dan 500 vakantiegangers op rondlopen. Op het moment dat ik aankwam wou ik liever al direct weer weg, maar soms moet je dingen een kans geven en zo vonden wij ons voor twee dagen op het eiland. Veel meer dan boeken lezen en diepe gesprekken voeren hebben we niet gedaan zodat het tot twee relaxte dagen leidde. Op het eiland boekte we een boot en bus ticket naar bima, wat op ongeveer een halve dag reizen lag. Van Gili air vertrokken we met de boot die ons naar Lombok bracht, vanwaar de de bus namen naar Mataran, de hoofdstad van het eiland. Eenmaal daar zouden we drie uur moeten wachten op de bus die ons naar Bima had moeten brengen, maar in plaats daarvan werd ons een andere optie geboden. "Jullie zouden ook nog een boot reis naar de komodo eilanden kunnen doen, we hebben namelijk net drie afzeggingen gehad en hebben nog plek"! Dat is allemaal mooi en aardig bedachten wij, maar die busrit naar Bima is al betaald en die bootreis vrij prijzig met 1,75 miljoen roepiah.. (120 euro). Omdat wij dus al betaald hadden voor dat busticket konden zij wel de prijs naar 1,6 miljoen verlagen en zo gooiden wij onze planning om en stapte enkele uren later op een boot met zo'n 23 andere mensen. Ons was verteld dat er maar plek was voor maximaal 19 toeristen, maar goed. Iedereen kreeg bij aankomst Lunch en zocht een slaapplek uit boven de stuurhut waar niet meer dan 20 matrassen lagen. Omdat Ben en ik als laatste de boot op kwamen, waren wij genoodzaakt om een matras uit een van de cabines te halen waar de schippers sliepen, en die op het dek van de boot te leggen.. Dat gaat nog interessant worden...

Die dag zijn we blijven varen tot de zon onderging. De golven waren hoog wat voor een sterk deinende boot zorgde, en op zo'n kleine boot met eigenlijk iets teveel mensen zet dat je toch aan het denken. "Is dit wel veilig", "Hadden we toch niet beter die bus naar Bima kunnen nemen".. Maar als backpacker op reis rook ik avontuur, en zei ik tegen mezelf, mij niet zo druk te maken, ook al is er niet zo heel lang geleden zo'n zelfde boot gezonken in zwaar weer met nog twee vermiste toeristen als gevolg.
De avond valt en het diner wordt op tafel gezet. Iedereen valt direct aan dus wachten Ben en ik nog maar even tot de rij kleiner werd. We lieten ons de rijst met tofu en groenten goed smaken en gingen niet veel later naar bed. Zo begon onze eerste nacht, rustig kabbelend op de golven in de zilte buitenlucht. Wat fijn om weer op reis te zijn!
Vroeg in de ochtend, ergens rond een uur of 2, werden de luid ronkende motoren weer aangezet en vertrok de boot naar ons eerste eiland, waar we net na het ontbijt aankwamen. Reddingsboten waren er niet, dus was het zwemmen geblazen naar het eiland, waar onze gids ons stond op te wachten met onze shirts en camera's. We maakte een lekkere wandeling die leidde naar een mooie waterval midden in het bos. Ik stoorde mij erg aan al het afval rond de waterval, jammer genoeg zijn de lokale mensen niet erg zuinig met de natuur waar ze in leven. Als je afval hebt, waarom zou je naar de prullenbak lopen als de zee zoveel dichterbij is? Terug op de boot lagen er wat snorkels en duikbrillen zodat we het natuurschoon ook onderwater waar konden nemen. Ik had al heel wat gezien op de galapagos eilanden, maar dit was de eerste keer voor Ben, en hij was laaiend enthousiast. Erg veel tijd om te snorkelen was er niet, we moesten namelijk vertrekken naar het volgende eiland, dat erg ver weg lag zodat er de hele dag en nacht door werd gevaren, wat zo voor een bijzonder onrustige nacht zorgde.

Tegen het middaguur aan, arriveerde we bij weer een nieuw eiland. Hier zijn we een berg op gewandeld en hebben we kunnen genieten van alle mooie uitzichten die de streek te bieden had. Veel mensen zijn erna ook nog gaan snorkelen, maar omdat ik mijn rug had verbrand de voorgaande dag sloeg ik maar even over. Ben scheen het niet te deren, en sprong weer het water in om van het natuurschoon te genieten... Daar zou hij later vanavond spijt van krijgen. Na de lunch zouden we dan eindelijk Komodo eiland gaan bezoeken! Het was er heerlijk rustig waardoor we alle tijd hadden om foto's te maken en vragen te stellen aan de gids. Komodo varanen zijn gigantische hagedissen waar je erg voor op moet passen, natuurlijk konden we het niet laten om iets dichterbij te gaan om toch die ene mooie foto te nemen..! Niet ver van komodo eiland ankerde de boot bij "Pink beach" waar we een kampvuur maakte en genoten van een mooie avond. 's Ochtends vaarde we naar het andere grote eiland van de komodo archipel genaamd "Rinca". Ook hier liepen de komodo varanen in grote getalen rond, maar hing er toch een meer authentieke sfeer, waardoor we dit eiland prettiger ervaarden dan het komodo eiland zelf. Uiteraard hebben we hier ook weer een hoop foto's gemaakt van de bijzondere dieren voordat we terug naar de boot gingen. Net na de lunch kwamen we aan in Labuan Bajo, een dorp gelegen op het eiland Flores. Ben en ik vonden het dorp niet zo heel bijzonder, dus was de keuze ook snel gemaakt om hier maar een nacht te blijven, en morgen het vliegtuig naar Surabaya, Java, te pakken. In eerste instantie hadden wij liever de ferry naar het bovengelegen eiland Sulawesi genomen, maar die ging pas over vijf dagen, en zolang wouden wij hier ook niet zitten.

Na een korte, maar gezellige nacht op de boot zijn we wat gaan ontbijten en lunchen in een restaurant om zo online onze tickets te kunnen boeken. De eigenaar van het restaurant vroeg ons hoelaat we het vliegtuig hadden, en toen we hem vertelde dat we net naar het vliegveld wouden gaan zei hij dat zijn broer ons wel even kan brengen "Die gaat toch een vriendin ophalen dus kan hij jullie wel even afzetten". Dat is aardig! De broer zelf was duidelijk niet zo heel blij ons mee te moeten nemen, maar aangezien hij manager is in het restaurant waar zijn broer eigenaar van is had hij er zo te zien niet veel over te zeggen. Onderweg naar het vliegveld haalde hij een meisje op, waarna wij keurig werden afgezet.
Datzelfde meisje zouden wij later die dag weer tegenkomen in het vliegtuig van bali naar Surabaya! Ze heette Agita en werkte in Labuan Bajo in een duikwinkel, maar haar familie woont in Surabaya, waar ze nu naar opweg was. Daar aangekomen kregen we een lift van haar ouders die ons naar een hotel brachten waar we voor niet veel een heerlijke kamer hadden! Ik voelde me lichtelijk schuldig, want dit is eigenlijk niet echt backpacken meer... Met Agita zijn we de volgende dag naar de film geweest waarna we wat aten en met veel plezier daarna nog karaoke zijn gaan zingen! We namen afscheid van Agita, veel was er niet te doen in Surambaya dus zouden we de volgende dag de trein nemen naar Jogjakarta!

Zonder dat we enig idee hadden hoelaat de trein zou gaan, zijn we maar naar het station gegaan. Hier bleek dat de eerstvolgende trein naar Jogjakarta nog enkele uren op zich zou laten wachten dus instaleerde wij ons maar met een boek voor het station. Een enkele reis in de duurste klasse bleek goedkoper dan 2e klasse in Nederland, dus ja, doe ons die dan maar! Zo zaten wij in een ruime stoel met genoeg beenruimte zes uur in de trein, niet verkeerd! Beter dan eerste klas met de trein in Nederland! In Jogjakarta hadden wij geen idee waar we naartoe moesten, een hostel hadden we nog niet geboekt en een kaart van de stad ontbrak ons ook nog. Waar is er een lonely planet als je er eentje nodig hebt? Gelukkig heeft Ben zijn I-phone mee, dus hadden we enig idee waar we ongeveer naartoe moesten. In het toeristische gedeelte van de stad wat op steenworp afstand van het treinstation ligt kwamen we er al snel achter dat er nog genoeg slaapplekken beschikbaar waren. Iedereen op straat vraagt of je nog wat zoekt, en uiteindelijk sluiten wij ons aan bij een man die verteld accomodatie te hebben voor tien euro per nacht. Hij sleept ons van het ene hostel naar de andere home stay, maar uiteindelijk vonden wij een geschikte plek voor twee nachten. De man die het hostel draaide verwelkomde ons met cake en een glimlach waardoor wij ons direct al thuis voelde. Om de avond af te sluiten zijn wij wat gaan drinken met Hans, een Nederlandse jongen die ook op de boot naar Komodozat samen met Gert-jan, die lag nu te slapen. Ik blijf mij er toch over verbazen, de mensen die je tijdens het reizen op de ene plek ontmoet, en dan een tijdje later, honderden of duizenden kilometers verderop weer tegen het lijf loopt. Alsof we het zo afgesproken hadden!

Samen met Hans en Gert-jan hebben wij de volgende ochtend ontbeten en besloten vandaag door de stad te lopen, een tour te boeken naar Borobudur en een treinticket te kopen naar Jakarta. De stad zelf is niet erg bijzonder, maar desalniettemin wel leuk om doorheen te lopen. Die avond aten we in een veganischtisch restaurant, dat hebben ze hier namelijk in Indonesie, daar stonden Ben en ik ook van te kijken! Fijn dat je voor de verandering eens alles dat op het menu staat, gewoon kan eten! Dat hebben we naar mijn gevoel ook gedaan, want vol goede moed bestellen wij een voor, hoofd en bijgerecht. Eerlijk is eerlijk, het eten was fantastisch, en dat allemaal voor nog geen tien euro! Misschien een goed idee om zoiets naar Nederland te halen? Of bestaan er al veganistische restaurantjes ergens in ons kikkerlandje? Ik weet het niet, ik ben al bijna twee jaar niet thuis geweest...

Borobordur is de grootste Boedhistische tempel ter wereld, en stond op mijn lijstje genoteerd. Het negende eeuwse gebouw is dan ook een bijzondere aanschouwing waar menig mens zich uren zoet kan houden. Vooraf aan de Borobudur bezochtte wij een andere tempel in Jogjakarta gelegen waar wij in de auto op weg er naartoe een Nederlands koppel ontmoette die samen al zes(!) jaar aan het reizen waren. Voornamelijk door Afrika, dus kon ik het niet laten om ze te bestoken met vragen! Eenmaal terug later die dag in Jogjakarta haalde we onze tassen op bij het hostel en liepen naar het station om de trein naar Jakarta te pakken! Ook deze keer namen wij de hoogste klasse (executive), gewoon, omdat het kan. Deze keer duurde het ritje iets langer; 9 uur. Ben had de kaart van Jakarta op zijn iphone geladen, dus konden wij zo in het holst van de nacht onze weg lopend naar het hostel vinden. Jakarta is zonder twijfel de lelijkste, vervuilde en saaiste stad waar ik tot nu toe op de wereld geweest ben. Desalnietteminm verbleven wij in een heerlijk hostel dat pas net drie maanden open was. De eerste twee nachten sliepen we in een dorm van vier bedden. Nu is dat normaar gesproken niet zo bijzonder, maar wat hier wel bijzonder was, is dat ieder bed zijn eigen ruimte had! In je eigen prive ruimte had je dan ook weer je eigen ventilator, stopcontact en kluisje, en kan jullie vertellen als ervaren backpacker, dat die dingen erg fijn zijn! We vonden het kleine paradijs in die verschrikkelijke stad zo lekker, dat we nog maar twee nachten hebben bijgeboekt. De dorm was helaas vol, dus moesten we het doen met ieder een eigen prive kamer (met badkamer) voor 13 euro..

Vanaf Jakarta namen we de bus die ons naar de ferry bracht. De ferry zou ons dan naar Sumatra brengen waar we dezelfde bus naar Badar Lampung zouden nemen. Op de ferry wenkte een man mij die een groot schaakbord in zijn arm geklemd hield. Gretig ging ik op zijn verzoek in en begonnen we het eerste spelletje. Ik had alweer een paar jaar niet meer geschaakt, maar zeg nu zelf, hoe goed zal deze in vodden Indonesische man nu zijn? Ik kwam er achter dat ik mij niet erger had kunnen vergissen wanneer hij mij ook tijdens het tweede spelletje finaal afslacht. Met bewondering feliciteerde ik hem en namen we afsheid, zo is dat uurtje op de ferry snel voorbij gegaan! Toen de bus aankwam in Badar Lampung werd het ons al snel duidelijk dat dit dorpje ons niet veel te bieden had. Nadat de receptioniste op het treinstation ons informeerde over de trein die over enkele uren naar Palembang vertrekt, was de keuze om door te reizen dan ook snel gemaakt. We zochten nog een hotel op via het internet zodat we daar ook niet voor verassingen konden komen te staan, en begonnen zo weer aan een twaalf urige treinrit door Sumatra heen. Hoe? Executive natuurlijk. Het slapen in de trein, wat mij voorheen nog niet gelukt was, beviel mij bijzonder goed. Zo goed dat ik het dekentje dat ze mij de avond ervoor gaven, liever niet terug wou geven. De trein kwam aan rond een uur of half negen aan in Palembang. Ook hier had tripadvisor niet veel goeds over te vertellen, maar ook die is niet altijd te vertrouwen. We lieten ons in een taxi naar het hotel brengen. Normaal kunnen de chauffeurs in Indonesie niet zo heel goed engels spreken, en zo ook in dit geval. Wat anders was, is dat deze man kon lullen als brugman, en wij bijzonder veel moeite hadden om hem te verstaan. Wel moesten we ons lachen inhouden toen we verstonden dat hij best wel een mooie Nederlandse of Scandinavische vrouw zou willen. "Ze hebben zulk mooi blond haar, en dan die mooie lange benen.." We hadden allebei het hart niet om tegen de man te zeggen dat die kans nihil was, zeker als taxichauffeur in een niet toeristisch deel van Indonesie. Na de tassen in de hotel kamer te hebben gezet wouden we een boot ticket boeken naar Batam, vanwaar we naar Singapore zouden kunnen. Helaas bleek dit niet mogelijk, en zouden we via een ander dorp naar de kust moeten, dan maar een bus ticket! Met ieder een eigen bakfiets (die europeanen zijn zo breed dat ze niet in een Indonesische tweezitter passen) werden we door de chauffeur (lees: fietser) voor het kantoor afgezet. Ik denk dat we zeker een uur in het kantoor zijn gebleven eer we met kaartje en al weer vertrokken waren. Of dat nu kwam door het feit dat ze ons niet konden verstaan, google translate toch niet zo goed was als ze dachten, of dat het meisje met die mooie glimlach zo lief naar mij lachte iedere keer als ze mij aankeek weet ik ook nog steeds niet. Al met al hadden we dus een bus kaartje voor de volgende avond, acht uur.

Om zeven uur zouden we ons moeten melden, dus stonden we bepakt en al netjes klaar in het kantoor, te wachten op een bus die niet komen zou. Tijdens het wachten waren we een attractie voor de locale mensen die langsliepen. Witten in Palembang, hoe is het mogelijk! Eerder die dag tijdens onze wandeling door de stad werden we (voornamelijk Ben, met zijn blonde kop en lange gestalte) door meerdere mensen gevraagd of we met ze op de foto wouden, en toen we langs een islamitische meisjes school liepen en naar de zwaaiende meisjes terug zwaaiden, barsste ze in luid gegiechel los. Als rockster door Indonesie, wat wil een mens nog meer? Afijn, rond kwart voor acht werd ons verteld dat we zouden vertrekken. Ik had alleen nog geen bus gezien, maar wat bleek, we zouden met de auto gaan. Nouja, dat is weer eens wat anders. Zo zijn wij vertrokken uit Palembang in een personenauto met vijf inzittenden inclusief bestuurder, die levensgevaarlijk bleek te rijden. Het is meerdere malen voorgekomen dat hij van achter een vrachtwagen, net voor een bocht even in ging halen. Nu had hij vaak geluk dat er niets aankwam op de andere rijstrook, en de keren dat er wel wat aankwam kon hij maar net op tijd wijken door hard aan het stuur te trekken waardoor ik weer bijna bij Ben op schoot zat, van gordels hadden ze klaarblijkelijk ook nog nooit gehoord. Gelukkig hebben we de rit overleefd en waren we goed aangekomen in Jambi rond een uur of twee 's nachts. Hier konden we met veel hand en voet gebaren duidelijk maken aan de man in het kantoor dat we naar het eiland Batam wouden. Hij vertelde ons dat de volgende bus (auto dus) om half zeven zou vertrekken, dus zo begon onze korte nacht in het kantoor op de houten bankjes en zwermen muggen. Het backpacken was weer begonnen. Van slapen is er niet veel gekomen, dus zaten we beide brak in de auto op weg naar de kust. Deze chauffeur had zijn rijbewijs wel gehaald, want het ging er een stuk rustiger aan toe gelukkig. Als we enkele uren laten in een kust plaatsje aankomen wat zelf Google maps niet kent, nemen we direct de boot naar Batam toe. Helaas was onze tijd op Sumatra niet lang of genkenswaardig, dus is dat een goede reden om nog eens terug te gaan! De ferry is voor Indonesische begrippen best modern, en lekker rustig waardoor Ben en ik tussen het lezen door nog wat konden slapen, want om vijf uur zouden we pas aankomen op Batam. Wat er op het kleine eiland te doen is wisten we niet, dus om er maar zeker van te zijn dat we niks zouden missen boekte we een nacht in een hotel en keken wat rond. Helaas, buiten enkele golfbanen was er werkelijk niets bijzonders te doen dus namen we de volgende dag maar de ferry naar Singapore! Het was weer tijd voor een nieuw land(je)!

Door de ferry terminal en de douane heen kwamen we in een westerse oase. Singapore, een van de rijkste en kleinste landen ter wereld (iets groter dan onze noord-oost polder) met een haven, groter dan die van Rotterdam. We namen de metro naar het hostel en besloten de rest van de dag niet veel meer te doen. De afgelopen dagen hebben we Singapore een beetje ontdekt, en ook een paar dagen lekker gerelaxed in ons hostel, gewoon omdat het kan.Omdat Singapore zo westers is, raken we weer snel gewent aan een rustig ritme, waarin we niet veel uitvoeren en toch nog geld uitgeven. Dat is niet erg om even te doen, maar je moet er altijd voor oppassen dat het niet te lang duurt! Daarom nemen Ben en ik morgen ochtend de metro (ja zo klein is het) naar de grensovergang met Maleisie die wij vervolgens te voet over kunnen steken, zo het nabij gelegen maleisische dorp in.

Zoals jullie lezen hebben wij het nog prima naar ons zin, en gaat het samen reizen ons makkelijk af omdat we er nagenoegelijk altijd dezelfde mening op na houden. Morgen gaan wij dus de grens over met Maleisie! Wat we ongeveer willen doen is via de west kust van dat deel van Maleisie omhoog tot aan Thailand, en dan weer diagonaal naar beneden tot we in Kuala Lumpur aankomen. Vanaf daar willen we graag vliegen naar Maleisisch Borneo, dat het eiland deeld met Indonesie en Brunei. Dat is een globale planning die nog iedere dag kan veranderen, dus wat we uiteindelijk zullen zien, lezen jullie in mijn volgende verslag!

PS: Foto's aan de map van Indonesie toegevoegd!!

Ben er weer!

Lieve vriendjes en vriendinnetjes,

Zoals sommigen van jullie weten, is mijn site er even uit geweest. Dit was allemaal erg vervelend en had te maken met de hostpartijwaar reismee.nl al haar data op had staan. Inmiddels is de reisblog site veranderd van host en zijn er voorzorgsmaatregelen genomen zodat dit nooit meer kan gebeuren.

Nu is er door deze bijzonder lange storing wat data verlies opgetreden, en ben ik helaas sommige van mijn verhalen kwijt geraakt... Dat is jammer, maar niet het einde van de wereld, aangezien ik van veel verhalen een backup op mijn laptop heb staan. Alleen niet van ieder verhaal dat ik geschreven heb! Gelukkig voor jullie, en nog veel gelukkiger voor mijzelf, heeft, moet en wil mijn lieve oma absoluut geen computer, email of internet, en is ieder verhaal door mijn moeder uitgeprint zodat ook oma van haar kleinzoon kan lezen.
Het zal me even wat uurtjes typen kosten, maar dan staat alles er weer gewoon op! De reismee website heeft als excuus mij ruimte gegeven om 5000 foto's te plaatsen die onbeperkt geldig is enwaar ik bijzonder blij mee ben!

Het enige dat dan nog overblijft zijn de mensen die bij mijn reisblog site stonden ingeschreven. De helft van de email adressen die op de lijst stonden zijn verdwenen. Wat ik dus wil vragen aan de mensen die wel een email over dit verhaal hebben gekregen, is om even rond te vragen of iemand laatst nog een mailtje heeft gehad van mijn site. Als dat namelijk niet het geval is zullen ze zich (als ze nog willen uiteraard) opnieuw in moeten schrijven voor de mailing lijst.
Ik dank u allen bij voorbaat alvast.

Ondertussen, ergens in Australie

De hotel manager is twee weken met vakantie naar Engeland. Haar opa gaat erg achteruit en ze wou graag afscheid nemen. Omdat er niemand anders is buiten mijzelf om het hotel te managen, bevind ik mij nu al een week in de positie van absolute machthebber... En dat bevalt me erg goed... (cynisch bedoeld natuurlijk)
In ieder geval, de eerste van September is ze weer terug, dus dan mag ik weer een dagje vrij. Tot die tijd begin ik iedere morgen om 08:00 en sluit ik de deuren 's avonds als de kroeg dicht gaat. Lange dagen, korte nachten maar ook een hoop gezelligheid met iedereen en veel dankbare klanten.

6 September is de dag dat ik Australie zal verlaten. Het ticket is al geboekt met bestemming Bali! In Bali komt mijn neef Ben mij opzoeken, en zullen we samen gaan reizen voor onbeperkte tijd. Heel veel meer heb ik niet te melden op het moment! Het werkende leven is hier niet veel anders dan in Nederland...
De volgende keer dat jullie van mij horen zal ik ergens in Azie zijn en heb ik zeker veel meer vehalen te vertellen over alle avonturen die ik nog wil gaan beleven!!

Catch ya later guys!

Mike.

De Zomer Voorbij

Na bijna tien maanden is het weer eens tijd om de handen uit de mouwen te gaan steken. Ik ben gisteren aangenomen in een hotel op ongeveer twee uur rijden van Perth, van een minimale tijdsduur van drie maanden. Mijn laatste blog is alweer meer dan een maand geleden, en de volgende zal nog wel wat langer op zich laten wachten, aangezien ikdan nog minder te melden heb. Natuurlijk heb ik een hoop leuke dingen gedaan en heb ik weer een hoop te vertellen!


Nadat mijn tijd in Miami er op zat, was ik verschrikkelijk blij op het vliegveld te staan! Ik wil niet zeggen dat Miami niet leuk was, maar ik vond er kort gezegd gewoon niks aan. Los Angeles kwam ik voor het middag uur binnen vliegen, en ik liet mijn bagage ophalen zodat ik dat niet de komende twaalf uur door de stad hoefde te slepen. Met de bus naar de metro, naar een andere metro en nog een laatste metro verder was ik in Hollywood. Vijf jaar geleden was ik hier voor het laatst, en gek genoeg haalde dat weer een hoop mooie herinneringen op... Na mij kostelijk geamuseerd te hebben en veel koffie te hebben gedronken was het alweer tijd om naar het vliegveld terug te gaan. Ik liet mijn tas afzetten en checkte die gelijk weer in voor mijn vlucht naar Nadi, Fiji. Ik had er ongelofelijk veel zin in, om dit spreekwoordelijke paradijs met eigen ogen te kunnen aanschouwen en rustig de tijd te nemen om er een paar boeken doorheen te jagen! De vlucht van elf uur was lang, maar ik had al 24 uur niet geslapen en het vliegtuig was zo goed als leeg, dus had ik een lekkere ruime plek om een paar uur te slapen. Op het vliegveld van Nadi werden we opgewacht door een drietal mannen die met hun gitaren typisch eiland muziek ten gehoren brachten. Nog half in slaap liep ik ze voorbij en zei ik tegen mezelf dat je niet helemaal goed bij je hoofd moest zijn om die vervelende toeristen om vijf uur \'s morgens met een brede glimlach toe te willen zingen. Ze zullen er wel goed voor betaald krijgen...


Toen ik alle irritante maar vooral welwillende cruise verkopers in de aankomsthal had afgeschud, goot ik mezelf nog even vol met koffie en zocht ik naar een goedkoop hostel op het internet. Gek genoeg zijn de hostels hier helemaal niet zo duur! Voor zes euro per nacht kon ik slapen in een dorm met 12 bedden, en had ik er een normaal ontbijt bij, prima te doen! Nadat ik mijn eerste nacht had betaald en mijn tas naast mijn bed had geplaatst, vroeg ik om wat informatie bij de tour operator van het hostel. Die vertelde mij dat ik voor 140 Fiji dollar (70 euro) 4 dagen lang op een eiland iets noordelijker kan verblijven, alles inbegrepen! Daar had ik wel oren naar, ik zag het al helemaal voor me, vier dagen in de zon, boekjes lezen en wandelen over het strand... En ik zal je vertellen, dat is preciés wat ik gedaan heb! Diezelfde dag ben ik vertrokken en heb mijn nacht in het hostel verplaatst naar de dag dat ik weer terug zou komen. De tocht naar het eiland duurde maar 45 minuten. Eenmaal daar werd er weer voor ons gezongen (moet het die mensen nageven, ze zijn áltijd vrolijk!) en begon de lunch. Die dag liep ik een rondje om het eiland in een paar uur tijd (zo klein was het) en was ik op tijd weer terug voor het diner. Het eten was erg goed, niet speciaal, maar wat verwacht je nu voor dat geld! In de resterende drie dagen bezocht ik nog het eiland waar de film \"Cast Away\" met Tom Hanks opgenomen is. Erg leuk om te zien, zeker na de herkenning van sommige locaties. Wat wél weer jammer was is dat er om het eiland heen gewoon een handjevol andere eilanden was. Uurtje zwemmen en je bent op een ander strand met palmbomen!! Het heeft ook nog een dag goed geregend, maar erg was dat niet. Met een uitzicht als ik die had, daar kan een beetje regen mijn dag niet verpesten! Natuurlijk heb ik drie boeken uit kunnen lezen. Heerlijk om even helemaal nergens naartoe te hoeven! Gewoon even relaxen, en waar kan je dat nu beter doen dan op een klein eiland!


Vier dagen was precies genoeg. Het boot ritje terug naar Nadi ging wat moeilijker. De motor van de boot had kuren onderweg, dus werden we weer opgehaald door een andere. Ik nam afscheid van de twee Duitsers die ik had leren kennen en breng de rest van de dag door met lekker eten, bier drinken en kaartjes schrijven. Het is tenslotte vakantie, écht vakantie. De dag daarna was het plan om af te reizen naar Suva, in het zuiden gelegen. Vanuit Suva zou ik met een nachtboot naar een eiland in het oosten van de eilanden groep gaan en daar mijn overige dagen slijten voordat ik naar Australië zou gaan. Helaas had de boot motor problemen en werd de reis een dag uitgesteld. Erg was dat niet, want daardoor brachten ze ons wel naar een hostel halverwege Suva, waar we een nachtje verbleven zodat we niet zover hoefde te reizen de volgende dag. Het was een prachtig hostel, gelijk aan de zee gelegen. Zwembad, hangmatten, restaurant en heerlijke bedden. Zelden kom je zo zó goedgelegen tegen en ook nog van goede kwaliteit! Gelukkig waren de motoren van de boot gemaakt waardoor we die dinsdag naar de haven van Suva gebracht werden. De boot (een oude ferry) had een first class dek en een economy dek. Het verschil in prijs was niet groot maar de backpacker in mij kocht een economy plek. Economy vatten de mensen hier op als een ligplek in de gangen van de ferry. Het leek net een ziekenhuis waarvan alle kamers vol zitten en de mensen noodgdwongen met hun hebben en houwen in de gangen liggen.. Het was zó druk dat er nergens meer een plek om te liggen was, dus liep ik naar de informatie balie en betaalde het extra bedrag om mijzelf naar hetfirst classdek te mogen verplaatsen. Dit was een grote kamer met enkele rijen ruime stoelen, deze ruimte was eigenlijk de enige normale ruimte om passagiers te vervoeren in het schip, maar daar trekken ze zich er hier niks van aan. Ik settel mij in een rijtje stoelen en lees nog wat voordat ik moeilijk in slaapval. \"De reis duurt maar acht uur\" hadden ze mij in het hostel verteld. Ook ik wist dat dit onmogelijk was, maar dat het 18 uur zou duren, had ik niet durven dromen. Nog nooit is een reis mij zó zwaar gevallen! Gelukkig had ik al een vliegticket terug naar Nadi gekocht, dus hoefde ik dit tripje geen twee keer te maken. Rond twaalf uur \'s middags kwamen we aan op het eiland. Er stond al een busje klaar om ons naar het hostel te vervoeren. Het hostel was bij lange na niet zo mooi en luxe als de laatste waar ik in verbleef, maar het was er rustig en er was de hele dag koffie. Ik installeerde mij in een hangmat met een kop koffie en las in volledige kalmte de hele dag door. Omdat ik geen combo pakket had gekocht bij het reisbureau, werd er voor mij geen eten gemaakt. Dat was niet erg, voor die honderd euro die mij dat scheelden kon ik mijn eigen eten wel koken. Door het vele regenen heb ik niet veel uitgevoerd buiten een bezoekje aan de datumsgrens die dwars door dit eiland ging, en een pret uurtje door een natuurlijke water glijbaan. Ook als je weinig doet kunnen twee weken snel gaan, en voordat ik het wist stond ik te wachten tot het kleine 14-passagiers vliegtuigje aankwam om mij terug naar Nadi te vliegen. Na al die grote vliegtuigen is zo\'n klein twee-motortje een hele nieuwe ervaring! Doordat je veel lager vliegt, zie je ook een stuk meer van de mooie omgeving. Helaas is de herrie oorverdovend en doordat de cabine druk niet gelijk werd gehouden irriteerden mijn oren mij mateloos. Maar je moet wat over hebben voor een nieuwe ervaring! In Nadi ging ik mijn spullen nog een keer na en ging ik lekker vroeg naar bed. Zondag 8 September ben ik naar Australië gevlogen. Na ruim negen maanden was het weer tijd om een baantje te zoeken! En ik moet zeggen, dat viel een beetje tegen...


Met een trein reisde ik van het vliegveld naar de wijk King\'s Cross. Dat ligt een beetje buiten het centrum dus hoopte ik dat de hostels er ook wat goedkoper waren. Niks was minder waar, in het eerste hostel waar ik in liep kon ik voor maar $20 per nacht verblijven inclusief ontbijt, dat waren even andere prijzen dan de $30 of zelfs $40 die ik op internet voorbij zag komen. Ik nam later die dag contact op met wat vrienden die ik in Afika had ontmoet, en in Sydney wonen. Samen zijn we wat gaan eten, en ben ik met een van hun het weekend erna zelf wat noordelijker van Sydney geweest waar we op het strand kampeerden en sterke verhalen vertelden terwijl de whiskey rijkelijk vloeiden. De afgelopen twee weken ben ik druk bezig geweest met baantjes zoeken. Ik wou veel uren voor een normaal bedrag, het omgekeerde vindt je gek genoeg nergens... Ik wou niet in de stad blijven omdat ik dan mijn geld veel te gemakkelijk uitgeef, en voor een échte Australië ervaringzit je dan al snel in de zogehete \"Outback\". Zoeken geblazen dus naar baantjes in een outback hotel, motel of roadhouse. In mijn jaren in Nederland heb ik al een aardige CV opgebouwd en heb ik mijn praatje altijd klaar. Helaas werkt het in de praktijk anders en nemen ze voor deze posities toch al gauw een vrouw aan, die zien er wat appetijtelijker uit voor de mannen die hun geld uit komen geven. In Perth werden de meeste baantjes in de outback aangeboden, dus na twee geldvretende envruchtelozeweken in Sydney, nam ik het vliegtuig maar naar Perth, hopend op meer geluk. Ik werd hierin niet teleurgesteld! Na twee dagen had ik al een baantje te pakken.Voor \"maar\"40 uur per week helaas, maar het wordt echt tijd dat ik wat ga doen. Ze betalen me goed en het is voor zeker drie maanden. Morgen vertek ik en zal ik eind deze week mijn baan beginnen als bartender in het New Norcia Hotel. Ook zal ik moeten helpen bij het schoonmaken van de kamers en het bedienen van de tafels. Ik heb geen idee wat me precies te wachten staat, maar zo houden we het spannend.


Aangezien ik nu voor een tijdje ga werken, zal mijn volgende blog wat langer duren. Maar zoals ze hier in Australië zeggen; \"No worries\"!
Ik dank iedereen die mij de afgelopen 10 maanden gelezen en geschreven hebben. Ik heb jullie reacties altijd met veel plezier gelezen. Ik wil jullie al het goeds wensen, en ik beloof dat ik zal blijven schrijven. Mijn plan is om een jaar lang in Australië te blijven werken, en met dat geld nog zes maanden door Azië te toeren voordat ik naar huis kom. Jullie zullen mij dan ook sowieso niet vóór maart 2015 terug zien (Ik zie mijn vader al een gat in de lucht springen). Het gaat jullie goed, en tot over onbepaalde tijd.


Cheers mates!


Mike.

Het neven-effect

Na een uurtje wachten op het vliegveld van San Jose, land dan eindelijk het vliegtuig waar mijn neef in zit. Na nog een half uurtje zie ik een bekende kop tevoorschijn komen die de mensenmassa met zijn ogen afgaat opzoek naar mij. Het was goed weer eens iemand te zien die ik al zo lang ken, iemand die ook mij goed kent, iemand vertrouwd. Samen hebben we twee mooie weken gehad in het tropische Costa Rica, op jacht naar avontuur en gezelligheid.


De busrit van het vliegveld naar de stad duurde niet lang, en nadat Tom zijn spullen in het hostel had afgegooid liepen we eerst eens de stad in terwijl we weer lekker bijpraatte over van alles en nog wat. Na een uurtje was ook Tom het met mij eens dat San Jose een lelijke stad was, en gaan we weer terug naar ons hostel waar we wat eten, relaxen, en dan gaan slapen. De dag erna zijn we globale plannen gaan maken voor de tijd dat hij hier zou zijn, en kochten we een bus ticket naar Puerto Jimenez toe wat vlakbij het befaamde \"Corcovado\" park ligt. Ook die dag deden we verder vrij weinig, zoveel is er niet te doen in de stad, dus dan maar boekjes lezen, stroopwafels eten en koffie drinken!!
De volgende morgen vroeg opgestaan, spulletjes gepakt en naar één van de vele kleine busstations gelopen vanwaar onze bus naar Puerto Jimenez zou vertrekken! We hadden er helemaal zin in, en een busritje van acht uur is ook niet heel overdreven lang. De rit was dan ook voorbij voordat we het wisten, en kwamen we rond vier uur op onze bestemming aan. Na kort overleg en een vol hostel verder, vonden we er eentje waarbij ze nog wel een twee persoonskamer overhadden voor tien dollar p.p. per nacht. Na onze tassen in de kamer te hebben gestald, zijn we op zoek gegaan naar een tour bureau om te kijken of we een meerdaagse tour in het Corcovado park konden boeken. Helaas kwamen we er al snel achter dat er geen slaapplekken meer waren tot en met maandag, en aangezien we zolang niet wouden wachten boekte we uiteindelijk een dagtour. Nu we dat hadden gehad kochten we wat bier en besloten op het strand te gaan zitten waar we mooi uitzicht hadden over \"Golf Dulce\", het meer waar Puerto Jimenez aan ligt. Wanneer het bier op is lopen we nog een stukje door het kleine maar daarom niet minder indrukwekkende mangrovebos waar Tom wat mooie foto\'s weet te maken, nét voordat zijn camera er mee ophield!
Na ons (fantastisch) pizza-dinner gaan we terug naar het hostel waar Tom zijn camera onder stroom zet, even wacht, en hij later gewoon weer aangaat, gelukkig..! We moesten ons de volgende dag om half zes bij de bakker melden waar onze gids ons zou opwachten, dus duiken we lekker ons bed in!
Een korte nacht later, half zes \'s ochtends melden we ons bij gids \"Roger\", die we de avond ervoor al kort hadden ontmoet in het tourbureau. We kochten wat te eten en sloegen proviand in voor de lunch waarna we een ticket naar het park kochten en we per truck (auto met een grote laadbak) naar het park werden vervoerd. Anderhalf uur later stopte de auto, en moesten we nog een kleine drie kilometer over het strand lopen, voordat we bij de daadwerkelijke ingang waren, een mooie wandeling met links de grote oceaan, en twintig meter rechts een gigantisch regenwoud... Paradijs!
Bij de ingang konden we nog even naar het toilet en moesten we p.p. vijftien dollar entree betalen. Dat eenmaal achter de rug begon onze \"walk trough nature\"! Het werd een fantastisch mooie wandeling waarin we veel zagen, mede omdat Roger een verschrikkelijk goede telescoop bij zich had (net zoals Tom een grote vogel liefhebber) en we daardoor alles goed van dichtbij konden bekijken. Van vogels tot aapjes en zelfs een fel gekleurd kikkertje op het eind ontbrak er niet aan! Het is een van de mooiste herinneringen van onze reis samen geworden, ook al was het maar voor een dag. Terug in Puerto Jimenez namen we met dank afscheid van Roger en dronken we wat biertjes (alcoholisten die we waren) in een van de restaurantjes.


\'S ochtends konden we rustig aan doen, want de boot die we naar Golfito wouden nemen ging om de twee uur ongeveer, dus zorgden we dat we op tijd waren voor de boot van elf uur. Het was een kort ritje van maar een half uur waarna we gelijk het toeristenbureau inliepen en aan de vrouw achter de balie vroegen wat we hier allemaal konden doen. Naast het gebruikelijke paardrijden en dergelijken, boden ze ook een dolfijntour aan! Dat vonden wij beide wel interessant dus reserveerden we twee plekken voor de volgende ochtend. Er waren veel goedkope hostels, maar ook een wat duurdere met zwembad en ruime kamer waar Tom (en ik eigenlijk ook wel) best wel een nachtje in wouden spenderen. Tom trakteerde en betaalde ook mijn deel (super fijn!) waarna we besloten zelf de berg te beklimmen waar het dorp tegenaan lag. Onderweg, trachtend om de ingang te vinden vroegen we de weg aan een voorbijganger die zijn hond uitliet. Hij bleek iedere zaterdag met zijn hond de berg op te gaan en wou wel met ons meelopen! Het was een flinke klim naar boven, maar eenmaal daar werden we beloond met een adembenemend uitzicht... Met mijn gebrekkige Spaans, en Alfred\'s (zo heette hij) gebrekkige Engels kwamen we er nog goed uit, en ook Tom pikte de Spaanse woorden erg snel op! Terug beneden trakteerden we Alfred op wat te drinken en namen dan afscheid. In het hotel doken we eens lekker in het zwembad, waar de enige andere mensen, hoe kan het ook anders, ook uit Nederland kwamen! In de kamer keken we met wat bier, chips en olijven een film, en deelde daarna nog een pizza (met de heetste saus die ik ooit heb gegeten) in het restaurant van het hotel.


Acht uur in de ochtend werden we op die pier van het hotel opgewacht door een klein bootje waarvan de bestuurder ook gelijk onze gids was. De aardige man stuurde de boot door de kanalen tussen de mangrove bossen door, en waarschuwde ons steeds al hij een vogel of kaaiman zag. Het was tegen het eind voordat we dan daadwerkelijk ook nog enkele dolfijnen zagen zwemmen! Altijd mooi om die dieren zo te zien... Omdat we daarvoor een beetje vastzaten in een minder diep gedeelte duurde het allemaal wat langer voordat we eindelijk weer terug waren bij het hotel, niet heel erg, we zaten wel lekker daar in dat bootje! Nadat ze klaar waren met onze was, pakten we de tassen en liepen naar de bushalte toe. Eerst zouden we de bus naar Rio Claro moeten hebben, om vanuit daar een andere bus naar Cortez te nemen. De reis naar Rio Claro duurde niet te lang, en toen we aan het wachten waren op de bus naar Cortez kwamen we opnieuw weer een Nederland koppen tegen, altijd gezellig! Als de bus naar Cortez eindelijk aan komt zetten duurde het nog eens twee uur eer we er ook daadwerkelijk waren. Eenmaal daar was het dan ook alweer donker en vonden we gelukkig vrij snel een hostel. Nouja, hostel, zeg maar grote garage met kamers! Gelukkig is niet alles zoals het lijkt, dus als daar dan eindelijk de man komt en onze kamer openmaakt zijn we blij verrast als alles er fris uitziet, en hij zelfs nog even schoonmaakt voordat we erin kunnen! Als avondeten houden we het bij ingeblikte groente, stokbrood en (natuurlijk) een paar biertjes! Sinds die avond heb ik het woord \"gepaprikaseerde\" nootjes aan mijn interne woordenboek toegevoegd aangezien er paprikapoeder op de nootjes zat die Tom had gekocht, en we geen idee hadden of dat een naam had. Nu dus wel.


Vanuit Cortez namen we al vroeg de volgende morgen de bus naar Uvita toe, waar we over moesten stappen op wéér een andere bus die ons dan naar Quepos zou brengen. Nu is het heel fijn dat iedereen ons wel wou helpen wanneer we vragen hoe laat de bus gaat naar Uvita, maar ze zeggen verdorie allemaal wat anders! Uiteindelijk kwam de bus rond half acht aan, en waren we een uurtje later in Uvita. Ook hier vroegen we aan diverse mensen hoe laat de bus naar Quepos zou gaan, en weer kregen we verschillende antwoorden! 09:00, 09:30, 11:00, 11:30! Nadat we om half tien nóg stonden te wachten op een bus die niet scheen te komen zijn we maar wat gaan brunchen in een restaurant aan de overkant, waar ze gelukkig ook wifi hadden dus we ons niet hoefden te vervelen! Om elf uur stonden we weer te wachten op het busstation en kwam de bus uiteindelijk om kwart voor twaalf. Maakt niet uit, hij was er tenminste. Een reis van twee uur verder kwamen we dan eindelijk na lang wachten in Quepos aan en na enig zoeken vonden we ook een gezellig en groot hostel. We liepen wat rond in de stad, en boekten in het hostel uiteindelijk een canopy tour (zip-linen) voor de volgende morgen. Die avond kookte ik eens voor mijn neef met deze keer een fles rode wijn in plaats van bier. Moet wel wat afwisseling zijn af en toe natuurlijk! De rest van de avond speelden we UNO met een Australiër die in Amerika woonde en een Canadees van onze leeftijd. Na een hoop gelachen te hebben was het tijd om te gaan slapen, \'s morgens moesten we vroeg op!


Met een busje werden we opgehaald in ons hostel en gingen we na een verklaring te hebben ondertekend (als-ik-dood-ga-is-het-jullie-schuld-niet soort verklaring) op weg, even buiten de stad naar het bos waar we dan in een grote overland truck moesten stappen. Met een luide WHROAR starten de motor van het monster en reden we door riviertjes heen richting canopy centre. Daar werd na ons ontbijt het een en ander uitgelegd over wat we zouden gaan doen en vooral HOE we het moeten doen, waarna Tom en ik als eerste van start gingen. Het was leuk om eens te doen! We zweefden als een soort Tarzan door het regenwoud heen wat een mooie ervaring was. We hadden gelukkig een goede begeleiding van de crew die zich erg professioneel bezighield met iedere stap die we zette, niet geheel onbelangrijk! Na de canopy werden we afgezet bij de ingang van het Manuel Antonio park, wat meer op een dierentuin leek dan een national park, zeker met de drukbezochte badplaats die eraan vast zit, maar daarom niet minder leuk. We zagen tijdens de wandeling zelfs een luiaard die op zijn eigen slome wijze zijn (of haar) weg zocht omhoog in een boom! Ook de wasbeertjes en aapjes op het strand die zich op het voedsel van de toeristen hadden voorzien waren grappig om te bekijken. Terug in het hostel liepen we met tas en al naar het busstation waar we twee bustickets kochten naar San Jose toe. We wouden niet teveel tijd verliezen door hier nog een nacht te moeten slapen. Die avond zaten we dus in de bus, terug naar San Jose om daar de nacht te spenderen in het Aldea hostel waar we al eerder waren verbleven. Laat in de avond kwamen we aan, en was het erg fijn dat het in deze lelijke stad, toch wat aangenamer is qua temperatuur, dan aan de kust waar het al gauw dertig graden is en flink benauwd.


De volgende dag de bus genomen naar Puerto Viejo, een klein dorp aan de caribische kust. Onderweg was weer goed te merken dat we van het koele San Jose weer richting de kust gingen, niet heel erg maar prettig is anders. Dat Puerto Viejo klein is, wil niet zeggen dat er geen toeristen zijn. In tegendeel, het voelde of er meer toeristen dan inwoners waren! Niet heel gek als je nagaat dat het een bijzonder mooie plek is en een paradijs voor surfers die we dan ook regelmatig tegenkomen. Via via vinden we een erg klein maar lekker rustig hostel voor tien dollar per nacht, gerund door een Duitser samen met zijn ex-vrouw. Door de hitte slapen we niet heel goed maar vinden overdag genoeg activiteiten! Zo zijn we een dagje naar het Manzanillo park geweest (niet heel lang want Tom was op zijn teenslippers :p) en de dag erna brachten we een bezoek aan het bijzondere wildlife sanctuary, waar ze gewonde en verdwaalde dieren in huis nemen zodat ze later weer terug in het wild kunnen worden gezet. We hebben er gespeeld met aapjes en enkele bijzondere reptielen en vogels mogen zien. In de avonden vonden we wel ergens een gezellig restaurantje om wat te eten, met een biertje erbij, en hadden we weer genoeg gespreks onderwerpen.


Zaterdag namen we de bus weer terug naar San Jose. Liever te vroeg dan te laat voor een vlucht heb ik inmiddels geleerd! In San Jose relaxen we nog even anderhalve dag waarin Tom zijn boek uitleest en ik tot aan Australië al mijn tickets boek. Op zondag lopen we nog even samen een stukje door de stad heen, verder hadden we niet veel meer te doen, en koken we de laatste avond samen nog lekker wat we wegspoelen met... nouja. Maandag was het tijd om naar het vliegveld te gaan, dus na alle spullen gepakt te hebben (ik kon mooi weer wat kwijtraken aan Tom) hebben we de bus naar het vliegveld genomen. Op het vliegveld moest ik mijn ticket nog betalen bij de counter, en komen we erachter dat het verplicht is een $29 p.p. \"departure tax\" te betalen voordat we verder mogen! Ze proberen je ook van alle kanten leeg te trekken hier... Eenmaal beide door de douane heen nemen we afscheid van elkaar. Mijn vlucht naar Miami zou een kwartier eerder gaan, maar gelukkig hoef ik niet zo lang te vliegen als Tom die weer terug naar Nederland ging.


\"Tom, het was leuk dat je er was! Ik heb genoten van onze tijd samen, het was weer een tijd geleden... Het is wel opeens stil zonder iemand om me heen om af en toe slap tegenaan te ouwehoeren! Je bent altijd welkom om langs te komen, waar ik ook ben. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan denk ik :p\".


De vlucht naar Miami duurde niet zo lang, en als ik met volle bepakking naar buiten loop wordt ik opnieuw met een benauwde en warme lucht in mijn gezicht gemept. Ik had het toch iets frisser verwacht! Met de \"airport shuttle\" die mij naar Miami South Beach brengt vindt ik na lang zoeken (het is hier héél druk op het moment) een slaapplek voor twee nachten, en boek ik voor de drie nachten daarna bij een goedkoper hostel. In de afgelopen week ben ik op jacht geweest naar een nieuwe camera, en heb die gevonden! Ik ben nu de trotse bezitter van een Nikon D7000 met 18-200mm VR lens. De twee weken die ik in Miami heb waren achteraf veel te veel, als je niet iedere avond gaat feesten is er eigenlijk verder weinig te doen. De hele dag op het strand liggen zie ik mijzelf ook nog niet doen, dus ben ik maar langzamerhand weer begonnen met hardlopen. Die conditie moet toch ooit eens terugkomen! (en JA die heb ik ooit gehad, ik hoor jullie denken...)
Gelukkig heb ik genoeg te ontdekken met mijn nieuwe \"mattie\" (lees; camera) dus hoef ik mij zeker niet te vervelen.


Maandag vlieg ik in de ochtend naar Los Angeles, waar ik dan even Hollywood in duik, om in de avond het vliegtuig naar de Fiji-eilanden te nemen! Acht september staat de reis van Fiji naar Sydney gepland waar ik hopelijk niet te lang hoef te zoeken naar een leuke baan. Dan gaat het werken weer beginnen! Ik ben benieuwd of ik er goed aan kan wennen... En misschien ben ik het ook wel heel snel zat. Wie weet!


Groetjes allemaal uit een broeiend Miami Beach!


Mike.

Cultuurverschillen

Mijn laatste dagen op de Galapagos-archipel waren nu niet erg bewonderingswaardig te noemen, maar ik moest toch wachten tot het vliegtuig ging. Veel meer dan koffie drinken in op internet gezeten heb ik dan ook niet gedaan. Eenmaal op het vliegtuig laat ik een bijzondere wereld achter die mijn reis weer wat mooier heeft gemaakt dan dat die al was. Op Guayaquil airport in Ecuador moet ik zestien uur wachten op mijn volgende vlucht, en loop ik eerst nog maar wat rond in de stad voordat ik mij volgiet met koffie om wakker te blijven, als de dood dat ik mijn vlucht zal missen.
Met inchecken wacht ik tot een half uur eer de balie sluit, geen zin om zolang binnen te moeten wachten. Bij de balie geef ik de dame mijn paspoort, en vraagt ze om mijn ticket uit Panama. Ik vraag haar wat ze bedoelt, en zo kom ik erachter dat ik voor Panama een bewijs moet hebben dat ik het land binnen drie maanden ook weer ga verlaten! Dat had niemand mij verteld! Maar dat zijn ook weer dingen die ik zelf moet opzoeken... Ik kan verhalen verzinnen wat ik wil, maar een boerdingticket wil ze me echt niet geven. Met nog maar twintig minuten om te boarden wou ik het al opgeven, en liep ik naar het TAME kantoor (de maatschappij waarmee ik vloog) en vroeg de dame daar om mijn ticket te verplaatsen naar morgen zodat ik een ticket kan boeken dat aantoont dat ik Panama ook weer zal gaan verlaten. Ze maakten het vaker mee en moeten het probleem ook vaak oplossen zo te merken, vijf minuten later had ik namelijk een vliegticket van 300 dollar in mijn handen en was ik weer opweg naar de incheck balie. Het zogeheten *fake booking ticket* is een uitdraai van een ticket met mijn naam erop die ook daadwerkelijk geboekt is, maar zodra ik op het vliegtuig naar Panama zit weer wordt ge-annuleerd. Fijn dat er ook mensen zijn die het niet erg vinden om je te helpen zo af en toe!
Als ik in Panama het vliegveld uitloop, wordt ik hard in mijn gezicht geslagen met een benauwde 35 graden. Ik begon direct flink te zweten, niet gewend aan dit tropische klimaat.. Taxi\'s zijn voor toeristen 28 dollar voor een ritje naar de stad, dus ik wordt alweer gelijk op een legale manier flink afgezet, walgelijk cultuurtje zeg! Maar dat hebben ze overal in die tweede en derde wereldlanden helaas. In het stadscentrum vindt ik een leuk hostel waar ik dan ook de hele week zou blijven hangen.


Maanden geleden toen ik in Santiago was, heb ik een Panamese leren kennen. Nadat ze had vernomen dat ik in Panama was spraken we wat af om te gaan drinken. Ze was erg blij me te zien en heeft me wat van de stad laten zien die avond! Ook de twee avonden die daarop volgden zijn we uit gegaan en ontmoette ik wat meer van haar vrienden. Zaterdag zouden we naar een strandhuis gaan van vrienden van haar. Rond 16:00 is ze me op komen halen en zijn we aan de korte rit van anderhalf uur begonnen. We houden van dezelfde muziek, dus onderweg werd er vrolijk meegezongen met Queen, Rolling Stones, Guns \'n Roses en ga zo maar door. Eenmaal bij het strandhuis leerde ik haar vrienden kennen die gelukkig engels spraken en vertrokken we direct met de auto naar het vlakbij gelegen strand. Het was niet zodanig groot, maar wel rustig en gezellig. Na een uurtje bier drinken en slap ouwehoeren zal ik dan toch echt een keer de zee in moeten! Wanneer ik de horizon tegemoet ren hoop ik dat het water niet zo koud is als onze noordzee, en met een paar grote sprongen neem ik een duik in de eerste grote golf die ik zie. Even lig ik stil in het water, het is warmer dan in het zwembad zeg! Ongelofelijk! Vrolijk zwem ik een uur lang in het heerlijk warme water en speel met de gigantische golven die maar blijven komen. Na een heerlijk begin van de avond gaat de zon onder en is het tijd weer terug te gaan naar het huis, \'s nachts schijnt het hier erg gevaarlijk te kunnen zijn...
Terug in het strandhuis luisteren we naar muziek, drinken we veel bier en hebben diepgaande gesprekken over van alles en nog wat voordatik om 05:00 naar bed ga in de hoop dat morgen nét zo leuk zou zijn. Helaas was dit niet het geval.
Om 09:00 \'s ochtends wordt ik wakker van Sofia die op mijn bed gaat zitten en verkondigd dat ze honger heeft en wat wil gaan eten. Ik zeg \"er is een supermarkt 20 meter hiervandaan, ga je toch wat te eten halen?\" \"Nee, maar ik wil kaas en eieren als ontbijt\". \"Dan ga je naar een restaurant in de buurt...?\" Ze zucht en zegt \"maar ik wil dat je meegaat!\" \"Ik heb helemaal geen honger\"! zeg ik haar. Ze zucht en blijft maar doordrammen dat ik mee moet. Terwijl ze aan het praten is gaat ze naast me liggen in het welbekende \"lepeltje lepeltje\" en begin ik mij bijzonder ongemakkelijk te voelen. \"Mike waarom wil je niet met me meegaan dan?\" \"Nou misschien omdat ik doodmoe ben en graag nog even verder wil slapen?\" \"Maar doe je dat dan niet voor mij, om me gezelschap te houden als ik eet?\" Nu was ze inmiddels met haar hand over mijn arm aan het wrijven waar ik mij al helemaal niet goed door begon te voelen. Ik zei; \"Je kan toch wat eten terwijl ik nog slaap? Als je terug komt kunnen we ergens naartoe gaan ofzo.\" Ik had het nog niet gezegd of er zat een natte vinger in mijn oor waarvan ik zo schrok dat ik mijn kont naar achteren duwde en ze het bed uit donderde. Zo. Rust. Na het gebruikelijke \"au, au\" vroeg ik of alles goed ging, waarop ze begon te lachen, opstond en weer bij me kwam liggen... Na weer bijna een natte vinger sprong ik uit bed en zei dat ik wel meeging. Ik kleedde me aan en moest daarna nog tien minuten wachten voordat ze eindelijk alles bij elkaar had... Apart mens is dit... Eenmaal in de auto stopt ze een kwartier later bij een wegrestaurant waar het beestje in no-time het vetste ontbijt naar binnen werkt dat ik ooit heb gezien en hebben we nog vele gsprekken. Ik wou niet onbeleefd zijn door al gelijk te vragen wat ze in GODSNAAM aan het doen was, bovendien moest ik nog terug naar Panama dus ik zei er niks over. Het grootste gedeelte van de dag reden we wat rond en zagen we wat van de omgeving. Ze wou in een mooi stuk regenwoud naar de top van de berg lopen, maar op blote voeten was ze niet zo snel. Zeg maar gerust dat een slak sneller is, na 10 passen stond ik telkens een paar minuten op haar te wachten. Na twee uur gelopen te hebben waren we nog niet eens op een kwart, dus stelde ik voor om maar weer terug te gaan, anders zou het nachtwerk worden voordat we boven waren. Gelukkig stemde ze toe en liepen we terug naar de auto waarna we nog een bezoek brachten aan de plaatselijke avi-fauna eer we terug reden naar het strandhuisje.
In de auto terug zette ze het nummer \"Panama\" op van Van Halen waarop ze compleet uit haar dak ging. Dat zou je je eens moeten proberen voor te stellen. Een 120 kilo zware 27-jarige die op haar autostoel op en neer gaat terwijl ze met beide handen wild op het stuur slaat wanneer we door slingerende bochten gaan hoog in de bergen... Eng.
Aangekomen bij het strandhuisje pakken we onze spullen en bedanken haar vrienden voor de gastvrijheid. Op de weg terug naar Panama city stopte ze even bij de plaatselijke Mc Donalds van Panama, genaamd \"Pio Pio\". Na lang wachten kwam ze terug met een zak kippenhartjes, kipnuggets en friet en eet ze alles luid smakkend naast me op. Om misselijk van te worden, bah. Nadat ze alles naar binnen heeft gewerkt begint ze over mijn been te aaien, te AAIEN! Als ik vraag wat ze nu eigenlijk aan het doen is zegt ze huh? hoe bedoel je? Ik leg haar uit dat dat niet normaal is in Nederland waarop ze me verbaasd aankijkt; \"Maar ik doe dit bij al mijn vrienden!\" Dat zal dan wel zo zijn vertel ik haar, maar ik voel me er bijzonder ongemakkelijk door, dus of je er mee op wil houden alsjeblieft. Nadat ze even niks had gezegd (ik had haar blijbaar beledigd) begint ze opeens heel irritant met haar vlesige wijsvinger in mijn arm te prikken. \"Schei uit!\" zeg ik, maar dat helpt niet, ze gaat vrolijk verder en begint er hard bij te lachen. Ik krijg er flink genoeg van en geef haar een tik op haar hand. Verbaasd kijkt ze me aan en vraagt me waarom ik haar geslagen heb. \"Omdat je schijtirritant bent!\". Maar dat is mijn manier van laten zien dat ik om je geef zegt ze! \"Ik ken je pas een paar dagen!\" \"Ja, maar ik hecht me heel snel aan iemand\". Dan vindt je maar een andere manier om dat te laten zien. Na nog een paar keer prikken waarop ik haar iedere keer een stuk harder op haar hand tik, houd ze op en speken we niet tot ze me bij mijn hostel heeft afgezet. Wát een bijzonder ergerlijk persoon zeg!


De volgende dag wil ze weer wat gaan drinken, en ik stem toe. Ik wil toch met haar praten waarom ze is zoals ze is, dus \'s avonds drinken we wat in een bar. We hebben hele gesprekken over het feit dat niet iedereen is zoals zei is, en uiteindelijk schijn ik tot haar doorgedrongen te hebben. Het feit dat ze tegen me zegt dat ik minder leuk was als dat ze dacht, en dat ik eigenlijk best wel een chagerijnig persoon ben neem ik maar voor lief, geen zin om haar alles nóg een keer te moeten uitleggen. We nemen afscheid, en op het moment dat ze wegrijd in haar auto voel ik me alsof er een last van me afvalt. Vrijheid. Hopelijk hoef ik haar nooit meer te zien, wat een verschrikkelijk vervelend vrouwtje is dat zeg... Ik vond het eerst ongepast om al mijn gedachtes over deze vrouw met jullie te delen, maar ook dit was weer een ervaring, op een bepaalde manier.


De volgende morgen neem ik de taxi naar het busstation waar de bus mij naar de grens met Costa Rica brengt. Bij de grenscontrole wordt er om mijn uitgaans ticket voor Costa Rica gevraagd, die ik nog niet heb, want ik heb mijn ticket naar Los Angeles helemaal nog niet geboekt! Ik heb er toch echt een nodig vertelt de douane ambte mij, anders kom ik het land niet in... Ik vraag aan de buschauffeur of hij geen ticket voor me heeft waarop staat dat ik over een tijd Costa Rica weer zal verlaten, en hij wijst me naar een man iets verderop die bus tickets schijnt te verkopen. Bij deze man koop ik een ticket voor 26 dollar en daarmee krijg ik dan een stempeltje in mijn paspoort. Weer weggegooid geld helaas, maar daar is niks aan te doen. Net na middernacht kom ik aan in San Jose, en brangt een taxi chauffeur me naar een hostel waar ik 30(!) dollar moet betalen voor een middelmatige kamer, hij zal er zelf ook wel wat aan verdienen. In ieder geval, ik heb een plek om te slapen voor de nacht, en daar gaat het om. De volgende dag vindt ik een ander hostel, niet zo heel fris, maar zeker niet duur. Na een nacht hier vond ik vervolgens het hostel waar ik nu zit. Ietjes duurder, maar in ieder geval schoon, daar gaat het me om.
Dinsdag ochtend komt mijn neef aan in San Jose, en gaan we onze 2-weekse trip door het land plannen. Ik heb er zin in!

Magische momenten

Galapagos. Een magische wereld vol met bijzondere flora en fauna. Al bijna 200 jaar nadat Charles Darwin voet op deze eilanden heeft gezet, ben ook ik er dan eindelijk. Met nog maar vier dagen te gaan geniet ik nog iedere dag van de schoonheid van de natuur, en de hartelijkheid van de mensen. Hoewel het toeristen aantal ieder jaar nog groeit, en daarmee ook de bevolking van de eilanden groep, blijft het een plek van kalmte en rust. Een plek waar je helemaal alleen oog in oog kan komen te staan met een gigantische turtoise (reuzeschildpad) en daar met volle teugen van kan genieten, zonder dat er een irritante Amerikaan of Europeaan naast je staat foto\'s te maken. Maar hoelang zal het nog duren voordat de Galapagos overspoeld wordt met toeristen?


Na een geweldige tijd in Cusco ben ik met de bus naar Lima gereisd. Onderweg reden we urenlang door de bergen heen, en zonder vangrail langs de kant van de weg had ik enige moeite met slapen.. Als de chauffeur één verkeerkde beweging maakt is het een lange weg naar beneden.. Gelukkig ben ik heelhuids aangekomen in de hoofdstad van Peru. Lima is eveneens weer een gigantische stad, maar met haar moderne boulevard en gevoel van kleinschaligheid voel ik mij er al snel thuis. Ik boek voor vier nachten in een hostel en ga diezelfde dag nog even een stukje van de stad ontdekken! Als ik vroeg in de ochtend wakker wordt, rond een uurtje of zes, van twee parende mensen een paar bedden verder, weet ik even niet hoe ik daar nu op moet reageren.. Ze waren al rap klaar gelukkig, dus hoefde ik mij er niet lang zorgen over te maken.. Achja. In mijn overige dagen in Lima loop ik lekker rond en ontdek het oude stadscentrum en het fonteinpark \'s avonds. Een prachtige verzameling van waterwerken inclusief sfeerverlichting wat het geheel tot een indrukwekkend plaatje maakt om naar te kijken.


Het kriebelde in mij on naar de Galapagos-eilanden te gaan, dus boekte ik op een woensdag mijn busticket naar Guayaquil toe. Na een reis van dertig uur én weer een stempeltje in mijn paspoort rijker (blijft leuk) ben ik in Ecuador beland. In Ecuador zelf hoef ik niet direct iets te zien, het ging mij voornamelijk om de Galapagos-eilanden. Dus in Guayaquil, nadat ik ook wat van de stad zelf had gezien, boekte ik een dag voor vertrek twee vliegtickets. Een van Guayaquil naar Galapagos, de ander van Galapagos naar Panama, met een stop-over (15 uur) in Guayaquil op 15 Juli. Ik had dus twee weken de tijd om de eilanden te ontdekken wat mij wel genoeg leek.
De vlucht duurde maar anderhalf uur (het ligt zo\'n 1000km van de kust) waarna ik het vliegtuig uitstap in een relatief kale omgeving. Ik kijk verder richting de horizon en een kaal, bijna uitgedroogd landschap staart naar mij terug. Uit het vliegveld neem ik de bus naar de ferry\'s toe, aangezien het vliegveld op het noordelijk gelegen Baltra eiland ligt, op steenworp afstand van Santa cruz eiland. Eenmaal op Santa cruz aangekomen moet er dan weer een andere bus genomen worden naar Puerto Ayora, het grootste dorp van het eiland en het epicentrum waar bijna alle cruises uit vertrekken. Als ik een cruise wil boeken ben ik dus op de juiste plaats! Ik ga gelijk op jacht en vindt al snel een leuke reisorganisatie (er zijn er meer da vijftig) waar ik naar de prijzen vraag. Ik moet wel even twee keer slikken als ik zie dat de goedkoopste 5-daagse cruise $650 is.. Eerst maar een hostel opzoeken dan en nog bij wat andere organisaties kijken of het dan niet goedkoper kan! De prijzen blijken overal hetzelfde te zijn, dus ik liep weer terug naar de organisatie waar ik eerst was. Als ik binnenkom vertel ik de man dat hij de cruise voor me kan boeken. Deze week doen alle cruises namelijk een route die ik heel mooi vindt, langs verschillende kleine eilanden, en iedere dag wordt er gesnorkeld. Volgende week doen ze weer een andere route die mij een stuk minder intereseert, en de week erna, wanneer deze route weer wordt aangedaan ben ik al weg.. Hij gebaart me te gaan zitten en probeert naar zijn baas te bellen om te vragen hoeveel plekken er nog over zijn. Als hij na anderhalf uur nog geen mobiel contact heeft gehad bedank ik hem en ga dan wel ergens anders reserveren. Ik ga er naar een terug waar ik al eerder naar de prijzen had gevraagd, en het vrouwtje achter de balie brengt mij het slechte nieuws dat ALLE economische cruises al uitverkocht zijn.. Shit! En nu? \"Ja ik heb nog wél plek... maar dat is op een eersteklas cruise en gaat je voor 5 dagen $980 kosten...\" Dat is niet helemaal zoals ik het in gedachten had.. Maar ik was bang dat ik als die mooie eilanden niet zou kunnen zien, dus met mijn in de portomonnee boek ik dan toch maar die eersteklas cruise...


Dus ik de volgende morgen om half zeven naar de pier. Rond zeven moest ik met een speedboot naar een ander eiland; San Cristobal, waar het eersteklas cruise schip de \"Galaxy\" al lag te wachten. Ik ontbijt wat in een restaurant aangezien ik pas tussen 12:00 en 13:00 op de pier hoefde te zijn. Ik ontmoet er ook drie Israëliers die blijkbaar ook op hetzelfde schip een cruise hadden geboekt dus hing ik nog wat met ze rond voordat we voet zette naar de pier toe.
Met een klein motorbootje werden we opgehaald om naar het schip toe te gaan. Op het ship aangekomen kregen we een kamer toegewezen, en ik zat met de Israëlische jongen op een kamer. Het half uur dat volgde waren we het enorme schip aan het verkennen, wát een plaatje! Het bovenste dek was een terras van nepgras met ligstoelen, bankjes en tafels, daaronder waren voornamelijk slaapkamers, waarna daaronder weer de eetruimte, bar en zitruimte zich bevondt. Ook hier waren enkele slaapkamers, en met een trappetje naar beneden waren er nog twee, waaronder degene waar ik dan in sliep. We kregen al direct lunch geserveerd, een soepje vooraf, heerlijke pasta, en een fruitsalade na. Wat een droom zeg! Na de lunch ging ik lekker een boek lezen op het topdek en komen langzamerhand de andere gasten binnendruppelen. Iets voor 15:00 begonnen de motoren te blazen en zette we vaart naar een klein eiland naast San Cristobal; de reis was begonnen!


Terwijl we aan het varen zijn wordt er omgeroepen dat er bij de bar de eerste briefing plaats zal vinden. Al ik binnenkom zijn de meeste er al. In totaal varen er 16 passagiers mee, een gids, en een negen koppige bemanning. Omdat ik verschrikkelijk veel leuke dingen heb gedaan, en er veel ook op elkaar lijken is het lastig te herinneren wat precies op welke dag is gebeurd. Daarom komt het volgende stuk uit mijn dagboek...;


02/07/2013 San Cristobal


De Galaxy meerde aan en in wet-suit gekleed en snorkel spullen in de aanslag stapte ik in een van te twee motorbootjes die ons wat dichter bij het eiland brachten. Dan laat ik mij in het water zakken en zie de wonderlijke dierenwereld onder mij tot leven komen. Vissen in alle soorten en kleuren zwemmen rustig verder, zich niet storend aan al die rare toeristen. Het is mijn eerste keer snorkelen, en ik heb de smaak goed te pakken! Druk snorkel ik verder, op zoek naar meer. Als ik later in het territorium kom van een dominante mannetjes zeehond probeert hij me te waarschuwen dat ik niet dichterbij moet komen door vlak langs mij te scheren iedere keer. Ik had er geen weet van maar wordt al snel ingelicht door de gids. Ik zwem dan maar weer wat verder en kom grote groepen vissen tegen. Niet veel later zie ik dan iets wat hoog op mijn lijstje stond; een waterschildpad. Groot als die was, liet hij zich rustig met de stroom meedeinzen, af en toe happend naar eten. Wat een fantastisch gevoel was dat zeg! Gelukkig had ik een weg-werp onderwater camera gekocht, en na wat foto\'s te hebben gemaakt is het snorkelfestij alweer om helaas. Terug op de boot neem ik een warme douche en worden we net voor het diner op de hoogte gesteld van het programma voor de volgende dag. Het was een korte eerste dag, maar zeker een gedenkwaardige! Ik ben nieuwschierig wat de rest van de week zal gaan brengen...


05/07/2013 Isla Santa Fé


Met een eerste klas cruise vliegen de dagen natuurlijk voorbij. Twee dagen geleden was de tweede dag van de cruise en hebben we eiland Española bezocht. We maakte een mooie wandeling waarin we zee-leguanen, fel gekleurde krabben, albatrossen en blue footed boobies (jan van gent) zien. De dieren zijn helemaal gewend aan dat toerisme en blikken of blozen niet van al die foto\'s die van ze wordt gemaakt. Wel worden we constant goed in de gaten gehouden, dat mochten we tóch te dichtbij komen, ze snel weg kunnen vliegen of rennen. Op deze manier kan ik een hele hoop mooie close-up foto\'s maken!
\'S middags wordt er weer gesnorkeld en lig ik weer als eerste in het water, ik had er helemaal zin in! Weer zie ik veel mooie vissen en zelfs vijf schildpadden deze keer! Later die dag lopen we nog een stukje over een hagelwit strand, waarvan het zand zó verschrikkelijk lekker zacht aanvoelt onder mijn voeten! Naast de nodige toeristen zijn er ook een hoop zeehonden, ook deze dieren hebben geen last van ons. Maar helaas is er dan mijn kamergenoot die het nodig vindt om nét even te dichtbij elke zeehond te komen voor een foto, waardoor het arme dier een harde blaf laat horen, en ook mijn kamergenoot zijn stembanden niet kan onderdrukken en een harde kreet uitslaat. Zijn twee reisgenoten staan dan vervolgens luidkeels te lachen tot iedereens irritatie, en zo ging dat dan meerdere keren per dag. Gelukkig waren dat de enige irritaties voor de cruise.
Gisteren was het volgende eiland aan de beurt; Floreana. De dag begon weer met een heerlijke wandeling waarin we de \"post office bay\" bezochten. Een handlever systeem van brieven wat al eeuwen zo gaat, en nu nog steeds traditiegetrouw door de toeristen wordt voortgezet. Iedereen schrijft een of twee kaartjes en doet die in de \"brievenbus\" verder wordt er nog gekeken of er kaartjes zijn die je zelf mee naar huis kan nemen als er iemand in de buurt van je woont zodat je deze met de hand kan afleveren! Een mooi systeem. Ook ik schrijf een kaartje, en ben benieuwd wanneer er een Hagenees langskomt die wel even langs leidschenveen wil rijden...
Nadat we nog een lava tunnel hadden bezocht was het weer tijd voor mijn nieuwe hobby; Snorkelen! Vandaag was mijn geluksdag, we hadden twee kansen om te snorkelen namelijk. De eerste keer was bij de duivelskroon, een rotsformatie naast Floreana. Dan volgde nog een tweede wandeling aan de andere kant van Floreana waar we wat flamingo\'s spotte, en ik het perfecte strand tegenkom om te relaxen.. wat een plaatje was dat!
Vandaag was het kleine eiland Santa Fé aan de beurt. Hier zagen we wederom zeehonden, maar ook land leguanen, ook niet heel aantrekkelijk, maar beter dan zijn zee-neef. Voordat we gingen lunchen kon er nog een uur worden gesnorkeld, en een uur worden gekajakd. Ik snorkelde natuurlijk liever twee uur lang waarin ik weer enkele schildpadden zag en zelfs een heuse haai! Op het einde speelde ik nog met een hele groep zeehonden. Een van de zeehonden kwam vlak voor mijn gezicht zwemmen en keek me recht aan, als ik mijn lippen had getuit had ik haar nog kunnen kussen ook zo dichtbij was ze! Na een kort maar heel speciaal moment zwemt het dier weer weg om zich bij de andere te voegen. Ik blijf nog even rondhangen terwijl de zeehonden rondjes om me zwemmen, maar dan is het tijd om te lunchen, helaas.
Het schip bracht ons na de lunch naar Plaza sur, een klein eiland naast Santa Cruz. Hier konden we de vegetatie en het cactussenbos bewonderen, uiteraard naast de vele zeehonden en leguanen die er te zien waren. Terug op de boot hadden we nog wat vrije tijd voordat we aan ons laatste avondmaal begonnen. Aan alle leuke dingen komt een eind, en morgen ook weer aan deze cruise.


De laatste ochtend pakte we na het ontbijt onze spullen en hadden we nog een tripje naar het turtoise broedcentrum van Santa Cruz, net naast Puerto Ayora. Als het bezoek klaar is neem ik afscheid van iedereen en loop ik naar de pier om mijn tas op te halen. Het waren gedenkwaardige dagen op het schip. Ik heb verschrikkelijk veel mooie dingen gezien, het eten was fenomenaal en de service was top! Uiteindelijk heb ik daar natuurlijk ook voor betaald, maar ik heb er geen spijt van gehad, wát een ervaring!


Dezelfde dag bracht in nog een bezoek aan Tortuga bay, op een uur lopen van het dorp vandaan. Ook dit is een heerlijk strand met overal zee leguanen en een groot mangrovebos. De dag die volgde reisde ik naar het centrum van het eiland waar een turtoise reservaat was. In plaats van de normale weg te nemen, nam ik de wat \"landelijke\" route, op een pad dwars door het platteland. Als ik halverwege ben zie ik in de verte iets dat op een halve boomstam lijkt. Wanneer ik dichterbij ben en het zie bewegen spring ik een gat in de lucht, het is een gigantische turtoise! Helemaal alleen, samen met een reuze schildpad. Na een paar foto\'s ga ik weer verder, en tot aan de toegangspoort van het reservaat kom ik er nog vier tegen. In het reservaat zelf waren er ook een hoop, maar hier liepen ook een hoop toeristen rond, en zijn de schildpadden wat makker, minder interessant dus. Ik neem dezelfde weg weer terug na een uurtje en kom weer dezelfde schildpadden tegen, maar zonder andere toeristen! Weer maak ik wat foto\'s en filmpjes en lift mijn weg dan weer terug naar Puerto Ayora toe waar ik een boot ticket koop voor de volgende dag naar Isla Isabella toe, het grootste eiland.


Enkele dagen geleden ben ik daar aangekomen, en ik moest even wennen. Geen asfalt wegen, geen drukke straten met toeristen, en meer huizen in aanbouw dan dat er af zijn. Ook dit heeft ondanks de grote verschillen met Puerto Ayora weer zijn charmes! Er is op zich niet zo heel veel te doen, maar ik doe het een paar dagen rustig aan hier, en ben gisteren een lange wandeling gaan maken met een gids naar een van de vulkanen toe! Morgen zal ik waarschijnlijk weer terug gaan naar Puerto Ayora. Maandag is mijn vlucht naar Panama, en over 2.5 week komt mijn neef mij alweer opzoeken in Costa Rica! Ik heb er zin in!
Galapagos is een bijzondere plek. Het heeft mij mooie herinneringen gegeven en verschrikkelijk veel mooie foto\'s! Ik heb er met volle teugen van genoten, maar kan niet wachten tot ik weer verder ga! Er zijn nog zoveel mooie dingen te zien in de wereld...

P.s. vergeet niet naar alle foto\'s te kijken! zijn er weer wat bijgekomen ;-)

Een glimlach van oor tot oor

Vanaf kinds af aan droom ik al over verre bestemmingen en mysterieuze plekken. Nu ik deze dingen ook eindelijk met eigen ogen zie is een droom die uitkomt waar ik al zo lang op heb gewacht. Gisteren heb ik mijn ultieme droom bezocht: Machu Picchu, de oude Inca stad.


Van Paaseiland had ik een vlucht naar Santiago, waar ik weer de nacht heb gespendeerd om mijn \"aaneensluitende\" vlucht zestien uur later naar La Paz, Bolivia te halen. La Paz is een gigantische stad gelegen in een enorm gebergte, waardoor de straten constant omhoog en omlaag gaan, lekker vermoeiend dus! Ik vind al snel een goedkoop hostel waar ik een éénpersoonskamer huur voor een paar dagen en eerst eens even lekker mijn bed induik. Als ik de volgende dag weer wakker wordt, ga ik eerst eens even langs de Nederlandse ambassade om te vragen hoe dat nu zit met dat internationale rijbewijs. Het kwam er op neer dat ik die dus alleen in Nederland voor een vijftien euro bij de ANWB aan kan vragen, dus als ik naar Australië ga is een auto kopen dus al geen optie meer. Teleurgeseld bezoek ik de kleurrijke souvenirsmarkt die zich uitstrekt over enkele straten waar ik mij de rest van de dag zoet mee hou en wat leuke dingen aanschaf! De dag erna heb ik alles naar huis gestuurd en een busticket naar Copacabana gekocht dat aan het Titicaca meer ligt, want morgen wou ik \"Isla del Sol\" gaan bezoeken, waar de Inca\'s dachten dat de zon geboren was. De volgende ochtend vroeg ben ik opgehaald met de bus bij mijn hostel, en na nog wat andere stops om mensen in te laden zijn we vertrokken met een bijna lege bus naar Copacabana toe. Halverwege moesten we een rivier oversteken en gaat ook de bus op een kleine pont naar de overkant. Rond het middaguur komen we aan in Copacabana waar ik direct een overtocht koop naar het eiland toe, en voor vertrek nog even een koffie drink in een restaurant. Isla del Sol is maar een klein eiland waar je met een paar uur van noord naar zuid kan lopen. Mijn ticket bracht mij naar het noorden waar ik die dag nog even uitrust en rondloop, verbaasd van de kleinschaligheid daar!


De volgende dag heeft het de hele ochtend geregend en had ik niet veel zin om het hele stuk naar het zuiden te lopen... Gelukkig topte de regen om twaalf uur, hees ik mijn rugzak op mijn rug en begon de lange wandeling, hopend dat ik nog voor het donker aan zou komen in Yumani, het zuidelijkste dorp. Mijn tocht bracht mij eerst naar het uiterlijkste noorden toe waar wat oude Inca ruïnes staan en je een berg kan beklimmen. Nu is dat normaal geen probleem, maar met twaalf kilo bagage op je rug is dat toch een ander verhaal... Hijgend maar voldaan kom ik op de top aan en geniet even van het mooie uitzicht over het eiland, en het Titicaca meer. Dan begint mijn reis naar het zuiden wat berg op en af gaat, en ik af en toe de tijd neem om die alsmaar zwaarder wordende rugzak af te doen en wat te drinken. Als ik halverwege even uitrust en ga zitten, valt het me op dat ik helemaal niks hoor. Geen water kabbelend tegen de kant, geen fluitende vogels, en zeker geen mensen. Totale stilte. Dat is lang geleden. Ik denk even na over alles wat ik al heb meegemaakt als ik merk dat die irritante pieptoon in mijn oren weer terug komt. Had ik maar geluisterd naar moeders ieder keer als ze zei dat ik die MP3-speler zachter moest zetten \"Dat is zo slecht voor je oren Mike\" , \"jaja\" was altijd mijn antwoord, maar luisteren deed ik niet.Ik neem mijn backpack weer op mijn rug en loop weer verder, berg op berg af totdat eindelijk het einde in zicht is. Maar goed ook, want verderop het meer is de regen alweer te zien. De totale tocht heeft mij maar vier uur geduurd, wat de normale tijd is voor het hele stuk, maar met backpack had het wat langer moeten duren. Die mensen hebben blijkbaar de Kilimanjiaro nooit beklommen. Ik heb altijd al \"haantje de voorste\" willen zijn, wat geen goede eigenschap is, maar als je een berg beklimt toch wel verdomd handig! Ik trakteer mijzelf op een mooi hostel met uitzicht over het meer, en eet wat in een restaurant met een goed boek erbij voordat ik terug ga naar mijn hostel en moe weer in slaap val.


De volgende ochtend na het ontbijt koop ik een boot ticket terug naar Copacabana. De reis terug vanaf het zuiden is dan opeens een stuk korter! In Copacabana schaf ik een ticket aan naar Cusco toe, het is tijd om weer een nieuw land te gaan ontdekken; Peru! De bus gaat pas \'s avonds, dus vul ik mijn tijd met foto\'s uploaden en internetten. Voordat ik het weet is het tijd om te gaan en laden we de bus vol, en begint de elf uur duurdende reis naar Cusco toe.
Rond een uur of vijf in de morgen kom ik aan in de bus-terminal van Cusco en neem een taxi naar een goedkoop hostel toe. Als ik de man betaal geeft hij me in plaats van 40, 30 Sol terug (Sol is het geld van Peru) en voordat ik het doorheb is hij allang vertrokken. De twee en vijf munten lijken ook wel heel erg op elkaar, maar voor die drie euro meer kan ik niet boos worden, hij zal er meer aan hebben dan ik. Voordat ik ga slapen zoek ik nog even een wat goedkoper hostel uit om morgen naartoe te gaan, het is een leuke plek, maar iets boven mijn budget.


Na een paar uur slaap en een stevig ontbijt verlaat ik het hostel om naar Apu Wasi te gaan. Een hostel wat noordelijker van de stad en een flink stuk hoger ook. Uitgeput kom ik bepakt en al boven aan en blijkt het erg rustig te zijn, een kamer met drie stapelbedden voor mij alleen! De dagen die volgen loop ik rond in de stad waar een festival aan de gang is, compleet met gekleurde outfits, muziek en dans, genoeg reden om een hoop mooie foto\'s te maken!
Dan is het tijd om iets te gaan zien waar ik al zolang over heb gedroomd; Machu Picchu. Maandag heb ik mijn ticket gekocht en zou dinsdag ochtend vroeg in de morgen vertrekken.
Om twee uur \'s ochtends wordt ik wakker gemaakt door de receptionist van het hostel. Ik kleed mij snel aan en drink nog wat koffie. Een vrouw kwam mij om kwart over


twee ophalen en bracht mij naar het hoofdplein van Cusco; Plaza de Armas. Ik hoefde niet lang te wachten, een minibusje met nog maar één plek kwam mij ophalen om mij naar een dorp op anderhalf uur rijden te brengen. Daar aangekomen moesten we wachten tot de trein zou vertrekken naar een ander dorp aan de voet van Machu Picchu. De treinreis was dan wel het duurste van die dag, maar ik kreeg koffie en snacks, en de stoelen zaten als eersteklas! Rond een uur of zes komt de trein aan en ga ik op zoek naar mijn gids; Olger. Ik zoeken en zoeken, maar nergens een Olger te bekennen, ik vraag één van de andere gidsen om hem even te bellen; \"Hij komt er over een kwartiertje aan, je moet wachten bij dat restaurant daar\". Ik naar dat restaurant en wachten op Olger. Na een half uur; géén Olger! Ik vraag iemand anders om hem te bellen, maar die kreeg hem niet te pakken. Dan wéér een half uur later komt er een gids naar me toe en vraagt of ik Mike ben. \"Ja dat klopt! Ben jij Olger?\" De man kijkt me stom verbaasd aan en schud zijn hoofd, \"kan je geen spaans praten\"? Vraagt hij aan mij in het spaans, \"Een klein beetje maar, kan jij geen engels dan? Ik had om een engelstalige gids gevraagd..\" De man gebaard dat hij er niks van begrijpt en maakt me duidelijk mee te lopen. Ik moest de bus naar boven pakken en daar wachten op hem. \"Prima\" dacht ik, zolang ik maar een engelstalige rondleiding krijg! Na een busrit van een half uur naar boven was ik voor de ingangspoort van Machu Picchu, eindelijk! De man die mij aansprak ziet mij staan en gebaart me naar hem toe te komen. \"Ik moet nog even naar het toilet\" laat ik hem weten, dat is goed, hij zou hier op mij wachten. Een paar minuten later kom ik terug, is die vent weg! Ik begin alweer lichtelijke irritaties te ontwikkelen als er een andere man mij aanspreekt; \"Your Mike, right?\" De man die op mij zou wachten was al naar binnen gegaan, maar deze aardige meneer zou mij wel naar hem toe brengen. Vijf minuten later zie ik inderdaad de man weer die mij maar niet begrijpt. \"You have to be with that group\" zegt hij tegen me, voor zover geen engels kunnen spreken... grrrrrr! Dan eindelijk wordt ik ingedeeld bij een engelstalige groep, welliswaar niet de Olger die mij belooft was, maar dat maakt me niks uit, zolang ik maar een tour in het engels krijg!


De gids scheen er niet hel veel zin in te hebben. Hij sprak erg snel en monotoon, en de enkele keer dat hij moest lachen, was als hij zelf een grap maakte... Ik ergerde me er niet heel erg aan, hij gaaf een hoop informatie, en dat is waar het mij om ging. Na een uurtje was de tour klaar en hadden we tot vijf uur om vrij rond te lopen. Ik maakte een hele hoop foto\'s en liep nog een stuk omhoog naar de Zonnenpoort. \"Machu Picchu\" is de naam van de berg waarop het dorp is gebouwd en betekent; \"Oude berg\" Op de foto\'s kan je een andere berg zien die \"Jonge berg\" heet. Machu Picchu is een verschrikkelijk interessante plek om te bezoeken met een fantastische omgeving. Ik was ademloos toen ik naar beneden keek, het dal in, en omhoog, waar de bergen een enorme muur vormen. Eindelijk is mijn grootste droom in vervulling gegaan! Als het rond drie uur begint te regenen loopt het langzaam leeg en blijf ik nog maar met een handjevol mensen over. Heerlijk om bijna alleen door die geschiedenis te lopen en te bedenken wat de Inca\'s hier allemaal deden honderden jaren geleden.


Om vijf uur neem ik een van de laatste bussen terug naar het dorp beneden. Mijn trein terug gaat pas op half tien, dus dat gaf me genoeg tijd om nog even lekker rond te snuffelen op de souvenirsmarkt en in het dorp zelf. De hele avond voelde ik mij verschrikkelijk gelukkig, nog nagenietend van alles wat ik die dag gezien had. Ik de trein en het minibusje weer terug naar Cusco heb ik voornamelijk geslapen. Als ik aankom rond half één \'s nachts is het flink fris, maar mijn nieuwe trui gaf genoeg warmte af. Langzaam loop ik door de stille straten van Cusco naar mijn hostel toe, denkend aan de oude Inca stad, met een glimlach van oor tot oor.


Mike.
P.s. De foto\'s van Isla del Sol kan je in de map van bolivia vinden.