Ben the Men

In goed gezelschap op het strand in Thailand, leg ik de laatste hand aan mijn blog. De zee kabbelt op de achtergrond, sporadisch gaat er vuurwerk af en mijn gedachten dwalen af naar de afgelopen twee jaar van mijn leven. Over een klein uur is het hier in Thailand 2015, en ga ik een nieuw jaar tegemoet die voor mij hopelijk net zo mooi en indrukwekkend zal worden als de afgelopen twee. Ik heb bijzonder veel te vertellen. De reden waarom ik niet eerder een blog heb geschreven ligt deels aan mijn lakse instelling, maar ook door een andere reden die in dit verhaal verteld word. Voordat jullie beginnen met lezen, wil ik iedereen een mooi en hoopvol nieuw jaar toewensen. Veel geluk met al het nieuws dat er op jullie pad komt of het nu goed of slecht is en bovenal, vergeet niet te genieten!

Na ruim een halve week relaxed in Singapore te hebben doorgebracht , is het tijd verder te gaan. Nog voor het middaguur verlaten wij het hostel en lopen naar het metrostation. Dan realiseer ik mij weer hoe klein Singapore is nadat we binneneen half uur met de metro vlak bij de grens met Maleisië uitstappen. Het kost ons even moeite om als geheel zelfstandigen de grens over te willen gaan. We lopen enkele keren verkeerd, uiteindelijk staan we op de goede plek in de rij voor de douane. Eenmaal erdoormoet je een bus pakken die je voor een euro naar de grenspost met Maleisië brengt waar je dan weer in de rij aansluit voor een stempel van het volgende land. Uiteindelijk zijn we niet meer dan een half uur kwijt geweest om de grens over te steken,we bevonden ons nu in Johor Bahru, Maleisië. "Wat gaan we nu doen?" vraagt Ben. "Geen idee" zeg ik, "laten we maar koffie gaan drinken en even op het internet kijken of er iets interessants is te doenin de buurt". Al snel komen we erachter dat er in dit bruisende grensplaatsje verrassend weinig te doen is. "Laten we anders naar Melaka gaan", stel ik voor. Melaka is een dorp gelegen tussen Johor Bahru en Kuala Lumpur, en staat in zijn geheel op de monumentenlijst. Dat moet wel een interessante plek zijn om een nachtje te verblijven! En dat was het zeker. Vanaf Johor Bahru namen we de bus naar Melaka, dieer ongeveer een uurtje of zes over deed. In Melaka was het buiten het verkeer op de buitenring erg rustig . Als we uitstappen op het busstation wordt ons weer regelmatig het zinnetje: "You need taxi? taxi? taxi?" naar ons hoofd geslingerd. Omdat Ben en ik allebei geen zin hebben weer een half uur te moeten discussiëren over een prijs, besluiten wete gaan lopen. Volgens de IPhone van Ben is het namelijk maar zeven kilometer, dus dat kan nog. Net. Onderweg vragen we enkele keren of we zo goed lopen naar het centrum, waar we uiteindelijk anderhalf uur later aankomen. We zoeken naar het hostel waarvan we op het busstation een flyer inhanden kregen gedrukt en vindendeze na veel rondvragen. We hadden beiden al wat geslapen in de busen hadden nog geen zin om direct weer te gaan slapen ook al was het bijna elf uur. Dwars door het dorp loopt een gracht en aan die gracht staan een hoop oude, mooie huizen. We spenderen zeker een uur op een brug waar we tientallen foto's maken metlange sluitertijden. Heerlijke dingen, die statieven voor je camera! Om twaalf uur kregen we beiden best wel trek, maar dan zal je net zien, is er zowat niets open. Helaas hebben wij ons daarom maar tegoed gedaan aan het veel te dure snackmenu van het Hardrock café dat als enige nog (bijzonder luid) open was op dit tijdstip.

De volgende morgen stonden we niet te laat, maar zeker niet te vroeg weer naast ons bed. Tijd ommeer te gaan zien! Samen trappen we het dorp door en bezoeken het ene monument na het andere. Gelukkig zijn we daar snel klaar mee aangezien alles op loopafstand is. Terug in het hostel pakken we de tassen en besluiten deze keerde taxi naar het busstation te nemen. Het is zo warm datlopen met een zware backpack alna vijf minuten nat ondergoed betekent . Bussen van Melaka naar Kuala Lumpur gaan ieder uur envan verschillende maatschappijen. Veel moeite hadden we dan ook niet om een bus te vinden die in nog geen kwartier zou vertrekken!
Kuala Lumpur is een gigantisch vieze en overvolle stad. Het metrosysteem waarmee we vanaf het busstation naar het hostel gaan, is oud, er ligt overaltroep op straat, het half open riool ruik je continu, de mensen kijken je sceptisch aan. Nee, Kuala Lumpur is niet mijn stad, die conclusie had ik voor mijzelf al na een kwartier getrokken. Omdat Ben het ook geen geweldige plek vind om een paar dagen te blijven, hebben we besloten om na twee nachten het vliegtuig naar Kuching te pakken, gelegen in het zuidelijke deel van Borneo-Maleisië. Borneo is de naam van een groot eiland dat is onderverdeeld in drielanden, namelijk: Brunei, wat een kleine en rijke oliestaat is, een deel Indonesië, en een deel Maleisië. Kuching zelf is niet bijzonder boeiend,dat de meeste mensen naar kuching gaan, is vanwege Bako national Park. Een groot natuurpark of regenwoud liever gezegd met een enorm grote diversiteit aan flora en fauna waar heel Borneoom bekend staat. Ben en ik boeken een dagtripje naar Bako en een avondcruise over de dichtbij gelegen rivier. Die avond worden wij opgehaald door een busje dat ons in een half uur rijden naar de rivieroever zou brengen. We komen aan in een kleine haven, waar de primitieve bootjes nog met een tractor in en uit het water worden gereden. Samen met nog een andere toerist en onze gids stappen we in een klein bootje en worden begroet door de kapitein. De trossen gaan los, de motor wordt gestart enwe varenwegwaarna we al direct een gigantische krokodil zien liggen op een houten platform in de rivier. Wat is die groot zeg! Helaas laat het dier zich snel in het water glijden wanneer het merkt dat wij aanwezig zijn. Het tripje is nu zijn geld al waard! Naarmate de zon verder zakt, zien wij wat neusapen rondhangen in de bomen, een visarend hoog op een takzoekend naar een prooi. We proberennog wat dolfijnen te spotten wat helaas niet is gelukt. Met een voldaan gevoel keren we terug naar de havenWe bedanken de kapiteinen worden naar ons hostelgebracht.

Vroeg in de ochtend worden we opgehaald door een personenauto. De chauffeur is tevens onze gids voor die dag en samen rijden wij naar het Bako national park. Bij de ingang van het park bruist het vanbedrijvigheid en de vele toeristen. Omdat Ben en ik beiden niet weg zijn van dit soort drukke toeristische trekpleisters hebben weonze bedenkingen. Nadat wij ons ingeschreven hebben en onze reddingsvesten aangetrokken hebben, mogen we op de boot, die ons enkele kilometers verder zou brengen. We leggen aan bij een steiger en zodra we aan land zijn vaart de boot weer terugvoor een nieuwe lading toeristen. Samen met onze gids lopen we een stukje over het strand tot we bij een groepje neusapen aankomen die aan het poseren zijn voor een handjevol mensen.Het is maar goed dat er digitale camera's zijn dezer dagen, want een camera met filmrolletje had ik al zeker tien keer vol geschotenmet die dieren! Het is weer een goed begin van de dagtrip. We krijgen er zo langzamerhand meer zin in wanneer we zien dat het toch niet zo druk is als we eerst dachten.Wanneer we beiden klaar zijn met foto's maken, volgen we onze gids een stukje het bos in waar hij ons wat slangen aanwijst. Hoe hij deze heeftgezien, is voor ons een raadsel maar we warener vrij zekervan dat deze slangen niet veel bewegen. In de ochtend zullen de dieren naar alle waarschijnlijkheid worden gespotenblijven de vele gidsen voor de rest van de dag op de hoogte gehoudenwaar de slangenzitten. Dit alles maakt het niet minder indrukwekkend want het blijven gevaarlijke dieren! We lopen enkele kilometers door de jungle richting een mooi, klein idyllisch strandje waar we even uitrusten voordat weweer teruglopen. Bij het basiskamp lunchen ween wordt door een brutaal aapje de kip uit de lunch box van een van de toeristen gestolen! Met luid gelach slaan we het tafereel gade maar kijken ondertussen goed uit dat ons eigen eten niet voor onze ogen gestolen wordt. Na de lunch beklimmen we in de hitte nog een berg. Drijfnat van het zweet maar erg zelf voldaan komen we boven aan en genieten van het adembenemende uitzicht. Terug beneden trekken we onze schoenen uit want het is eb en de boot kan niet bij de steiger komen, waardoor we noodgedwongen een stukje de zee in moeten om in de boot te kunnen klimmen. Die avond bewonderen we onze foto's en verwonderen ons over de schoonheid van Borneo.

Als je op het internet opzoekt wat de hoogtepunten van Borneo zijn, zal het Mulu national park bijna, zo niet helemaal bovenaan staan. Vanaf Kuching nemen wede bus naar Miri,een aan de kust gelegen kleine stad waar vandaan de meeste tours naar Muluvertrekken. Aangekomen in Miri gaan wij naar een internet café om een goedkoop hostel op te zoeken en daar onze spullen neer te zetten. We lopen nog even wat rond in de stad en vragen informatie om naar Mulu ta gaan. Na wat mensen overprijzen te hebben gevraagd, wordt het al snel duidelijk dat dit ons enkele honderden euro's per persoon gaat kosten,niet helemaal de bedoeling. Zelf zoek ik op hoe duur een vliegticket naar Mulu is (Dat is de enige manier om er te komen) en kom zo tot de ontdekking dat als wedit zelf gaanboeken het vele malen goedkoper kan! Een enkele reis met het vliegtuig kost rond de dertig euro per persoon, daar komennog eten, onderdak en toertjes bij! Het is dus zeker dat we dat zelf gaan regelen. Wat we wel bij een tourbureau boeken, is een tour naar het Niah national park voor de volgende dag. Met een busje haalt onze gids ons 's ochtends op. Niah is namelijk een stukje rijden.Daar aangekomen zien wij tot onze verrassing dat er maar een paar auto's op de parkeerplaats staan! Dat is wel erg fijn hoor, zo weinig mogelijk toeristen! Nadat onze vergunningen zijn gekocht, leidt onze gids ons het bos in, wat al een attractie op zichzelf is. We lopen tot een uur of twaalf en lunchen danbij een vrouwtje dat... hoe kan het ook anders, souvenirs verkoopt! Een groot hek moet voorkomen dat er zwaluwnesten worden gestolen. Zwaluwnesten hoor ik U vragen? Ja, zwaluwnesten. Door een gigantische limoenstenen berginham komen wij bij de ingang van deeigenlijke Niah grot. Eeningang van dit formaat heb ik mij niet kunnen voorstellen. Het iszo groot dat ik hetmet mijn 18 mm lens niet op een enkele foto kan krijgen. We lopen aan de linkerkant de grot binnen en zien daar lange, aan elkaar gestoken bamboestokken hangen tot aan het plafond. Onze gids vertelt; "Aan deze stokken klimmen lokale mensen omhoog. Iedere stok behoort tot een familie. Waar de stokken aan elkaar vastzitten, houden ze even rust voordat ze aan het volgende stuk beginnen. Eenmaal bovenaan wrikt de man met een stok de zwaluwnesten los die dan naar beneden vallen. Sommige van deze stokken reiken wel tot 50 meter (!) hoog.Alseen nest naar beneden valt, staat daar iemand klaar om ze te verzamelen. De nesten worden gedroogd en verkocht (voornamelijk in China) voor duizenden dollars! Daar geloven ze namelijk dat een gedroogd zwaluwnest belangrijke voedingswaarden bezit entegen kwaaltjes helpt. Omdat de nesten zoveel geld waard zijn, proberen we er alles aan te doen om diefstal tegen te gaan, vandaar het hek bij de ingang." Ongelofelijk! Ik vind het bijzonder dat die nestjes zoveel waard zijn, waar ik nog meer van stond te kijken, is datlokale mensen via een stok zo hoog naar boven kunnen klimmen! Langzaam dalen we af in de grot, tientallen meters diep. Hoe dieper we komen hoe minder we zien, tot uiteindelijk alles zwart is voor onze ogen. We zijn in de Maangrot. Met het licht van onze gehuurde zaklantaarns kunnen we meer dan genoeg zien en vervolgen zo onze weg door de vleermuizennesten heen naar buiten. Niet ver van de grot vandaan staan we even stil bijenkele millennia oude rotstekeningen. Nahet maken vanfoto's is het tijd om de hele weg weer terug af te leggen door de maangrot waar ik nog een schorpioen spot (opletten dat deze niet onze schoenenin glipt) via de trap omhoog waar ik met water, dat tientallen meters door een rots openingin mijn mond valt,probeer te navigeren naar buiten. Na een uurtje lopen komen we terug bij de parkeerplaats waar we tevreden en voldaan met nieuwe ervaringen en verhalen het busje instappen en terug naar ons hostel worden gebracht.

Samen vliegen we de volgende dag naar Mulu national park met een klein vliegtuig waar zo'n 40-50 mensen inpassen. In Mulu aangekomen nemen wij beiden een bed in de slaapzaal, wat de goedkoopste optie is. Direct daarna bekijken we welke toursmogelijk zijn en welke we willen doen. Samen besluiten we dat het niet nodig is alles te zien, maar wel de meest bijzondere dingen! De meeste tours (3 verschillende) zouden we de volgende dag kunnen doen, en dan overmorgen zelfnog wat ontdekken voordat het vliegtuig rond 14:00uur weer vertrekt. Ja dat is een vrij Korte tijdom hier te besteden, maar achteraf gezien is hetlang genoeg geweest en hebben we alles gezien wat we wilden en nog meer! Die avond klaverjassen we nog even op de slaapzaal voordat we gaan slapen, al bedenkend welke mooie dingen we de volgende dag zouden gaan zien!


Vroeg opstaan, als eerste ontbijten en ons direct aanmelden om aan de eerste tour te beginnen! Gelukkig hebben we dat weinig gedaan, want van vroeg opstaan zijn we allebei geen fan. Als de groep compleet is, krijgen we allemaal een reddingsvest en stappen per drie in een longboot die onsvia de riviernaar een dichtbij gelegen dorp brengt. Hier vertelt onze gids dat we wat mogen rondstruinen en souvenirs kunnen kopen als we daar behoefte aan hebben. Ik luisterde al niet meer want ik was druk bezig het adembenemende uitzicht te fotograferen! Na een kwartier, de gids houd het tempo er nogal stevig in, varen we verder stroomopwaarts om de eerste grot te bewonderen. Het is een kleine grot, maar daarom niet minder bijzonder. Door de goed geplaatste lampen licht de hele grot op in een zacht maar tekenend licht wat veel aan de verbeelding overlaat. Eenmaal uit deze grot lopen we nog een stuk voordat we bij de tweede grot aankomen, waar we na de lunch naar binnen gaan. Door deze grot, die aanzienlijk groter is dan de vorige, stroomt een rivier. Ben en ik voelen de fotograaf weer in ons opkomen en zo lopen wij (alweer) achteraan in de groep. Het ene mooie fotomomentje na het andere, jullie weten wel hoe dat voelt. Maar ondanks al die foto's, zijn wij zeker niet vergeten te genieten van al die bewonderenswaardige dingen die wij zagen. Wanneer iedereen uit de grot is, mogen we nog even zwemmen. Wij slaan over en nemen een longboot terug naar het hostel waar wesnel wat eten bestellen. Over een uur vertrekken we namelijk alweer met een andere tour!


De tweede tour van die dag brengt ons naar twee verschillende grotten. De kleinste en de grootste van het gebied! De kleinste grot heet de Lady Cave. Puur en alleen omdat er een stalagmiet in staat waarvan de schaduw een vrouw afbeeldt als jeop precies de juiste plek het licht van een lamp erop schijnt. De grootste grot heet The Deer Cave (naar zeggen met de grootste grotingang ter wereld) en is zo, zo verschrikkelijk gigantisch groot! Om je een idee te geven: In de ingang kun je drie jumbo jets op elkaar stapelen. Of de Eifeltoren er rechtop in zetten(!). Langs de rechterwand trekken we verder de grot in en komen zo na ongeveer een kilometer bij het eindpunt aan. Dit was helaas het einde van de middagtour, maar als we naar buiten zouden gaan, kunnen we misschien de vleermuis-exodus nog zien! Dat wil zeggen dat alle vleermuizen in de grot (geschat op 2-3 MILJOEN...) in een enkele vlaag naar buiten komen vliegen. Jammer genoeg regent het verschrikkelijk hard als we buiten aankomen, dus lieten de vleermuizen niet veel van zich zien. Een anderhalf uur later, verzopen van de regen komen we aan in ons hostel. Die nachttour zit er niet meer in voor vanavond. We besluitenwat te gaan eten en drinken samen met de twee Nederlanders die net zijn aangekomen. Later voegen zich daar nog een Duitse, een Canadese en een Engelsman bij. Zo wordt het toch nog ondanks de regen een hele gezellige avond waarin veel wordt gelachen, zeker om de rare gezichten die onze sarcastische Nederlandse humor in het Engels overbrengt naar de anderen die daar niks van begrijpen! Wanneer we teruglopen naar onze kamer is het al gestopt met regenen. Ben en ik hebben nog wel zin om wat te ondernemen en besluiten onze eigen nachttour te organiseren! Gewapend met zaklampen en camera's lopen we een stukje de jungle in. Langzaam lopen we op het begane pad met onze zaklantaarns schijnend op de omgeving, inde hoop wat dieren te spotten. Het duurde even, maar uiteindelijk zie ik wat! Het is een gigantische pad die op zijn gemak op een boomtak zit. Heel rustig gaan we zo dichtbij mogelijk zitten, en beginnen foto's te maken. In het holst van de nacht zie je zonder kunstmatig licht niets, dus moet er voor een mooie foto worden bij geschenenmet een zaklamp. We komen er al snel achter dat de mobiele telefoon van Ben het beste licht geeft, en zo hebben we om beurten foto's gemaakt van het fotogenieke diertje! Wat mij helemaal laaiend enthousiast maakt, is dat ik verschrikkelijk dichtbij de pad kan komen om een mooie foto te maken! Zelfs met mijn cameralens op maar enkele centimeters verwijderd blijft het dieralsmaar dood stil zitten. Na een minuut of twintig (ja echt waar) en een stuk of 50 foto's verder, hebben we dankzij Ben' sbelichting kunsten en mijn fotografisch kunnen, een reeks fantastische foto's! Als Ben niet veel later ook nog een prachtig gekleurde ijsvogel weet te ontdekken, kan onze nacht niet meer stuk!


De volgende morgen boeken we ons ticket terug naar Miri. Het vliegtuig vertrekt pas in de voormiddag, wat ons genoeg tijd geeft om vogels te kunnen spotten. Veel vogels zien we niet, wel weet Ben een gifgroene adder te spotten die langs een boom omhoog kruipt! Dan is er nog net genoeg tijd om evenlangs een kleine waterval te lopen voordat we op tijd terug moeten zijn om ons vliegtuig te halen! Net zoals op de vlucht hier naartoe, waren er ook niet veel mensen op de terugvlucht. Het is maar een half uur vliegen,we boeken ons na anderhalf uur na vertrek alweer in het hostel in Miri waar we eerder ookzaten. De volgende dag willen we graag naar Brunei, ook al is daar werkelijk niets te doen, dus vragen we aan het personeel in ons hostel hoe laat de bussen vertrekken vanaf het busstation. Dat weet ons te vertellen dat er vanaf het hostelmorgenochtend rond tien uur een minibusje vertrekt naar Bruneiwaar wij nog wel bij passen! Zo zitten wij met een delegatie mooie Europese en Amerikaanse vrouwen de volgende dag in het busje op weg naar Brunei. Zoals ik almeldde, is er in Brunei weinig tot niets te doen. Het land verdient zo schandalig veel met de olie diehet uit de grondhaalt dat het toerisme niet van belang is. Toch willen we erovernachten en boeken na aankomst in de hoofdstad een hotelkamer. We lopen de rest van de dag wat rond en komen zo uiteindelijk in een kleine supermarkt waar de eigenaar snel een groot blikje bier in de koelkast zet waarvan hij zojuist een slok heeft genomen. Brunei is buiten rijk, ook extreem islamitisch,alcohol en sigaretten zijn streng verboden! Met een verschrikte blik vraagt de man waar wij vandaan komen. Als wij hem vertellen dat wij Nederlanders zijn, verschijnt er een grote glimlach op zijn gezicht, pakt hij zijn biertje uit de koelkast en vraagt of wij misschien op zoek zijn naar bier, dat verkoopt hij namelijk wel! Verbaasd overhet gemak waarmee de regels hier gebogen worden, bedanken we en kopen wat eten en drinken. Als we er ook achter gekomen zijn vanaf waar morgenochtend de bus naar Maleisië vertrekt, besluiten we de rest van de avond ons maar terug te trekken op onze kamer en een film te kijken!


Wanneerik 's ochtends wakker word is Ben er al uit. Hij voelt zich niet goed en heeft al enkele keren overgegeven. "Ik denk dat het eten van gisteravond niet goed is gevallen" zegt hij. Ja dat kan, maar ik heb hetzelfde gegeten en heb nergens last van! In Brunei blijven wil hij niet, dus zijn we naar de bus gelopen die ons naar Kota Kinabalu zal brengen. In het begin lijkt het weer iets beter te gaan met hem, maar naarmate we wat langer aan het rijden zijn, gaat het slechter en slechter. Wanneer we stoppen om wat te eten geeft hij weer enkele keren over, en ook bij de verscheidene grens overgangen zoekt hij even een toilet op. Verscheidene grens overgangen ja! Brunei bestaat namelijk uit twee uit elkaar liggende stukken land.Wanneer je vanuit Miri naar Kota Kinabalu gaat, moet jedoor twee stukken van Brunei! Tel even mee: Maleisië uit, Brunei in, Brunei uit, Maleisië in, Maleisië uit, Brunei in, Brunei uit, Maleisië in. Dat zijn 8 stempels in 24 uur tijd! Maar dat was nog niet alles. Maleisië bestaat namelijk uit twee provincies op Borneo namelijk Sarawak en Sabah, waarvoor je ook een exit en entree stempel krijgt! Wanneer we dan eindelijk in Kota Kinabalu aankomen, zijn we 10 stempels rijker in ons paspoort. Het is geen bus reis die je enkele keren per maand moet doen, dan is je paspoort binnen de kortste keren vol. In KK (Kota Kinabalu) zoek ik snel een hostel op voor ons zodat Ben op bed kan gaan liggen, hij voelt zich helaas nog steeds beroerd. Ik loop zelf nog wat rond door de kleine, maar toch drukke stad voordat ik uiteindelijk ook naar bed ga.


Die ochtend voelt Ben zich al stukken beter! Nog steeds niet geweldig dus doet hij het overdag nog rustig aan. 'S avonds gaan we een film kijken in de bioscoop en na de film bekijken we wat we nog willen doen in dit gebied. In de omgeving zijn tal van activiteiten, waarvan er een torenhoog bovenuit steekt: Mountain Kinabalu. Ben heeft nog nooit een berg beklommen, en zou dit wel graag willen doen. Ik heb mijn twijfels, aangezien het weer enkele honderden euro's kost, en ikde Kilimanjaro in Tanzania al heb beklommen, inmiddels bijna twee jaar geleden. Ben begrijpt dat wel, maar wil ook niet alleen dus blijft hij zoeken of het goedkoper kan. Wonder boven wonder vindt hij inderdaad een website waar beschreven staat hoe je voor iets meer dan honderd euro toch de berg kan beklimmen. Dat is als je direct bij het bureau van het park zelf boekt. Duszijn wij de volgende dag naar het boekingsbureau gelopen en hebben een bergbeklimming geboekt voor twee dagen later. Die resterende twee dagen laten we de was doen, struinen wat rond in de stad, gaan naar de film en doen we verder helemaal niks! Ook weer even lekker! Die zondag morgen moeten we vroeg op. We gaan een berg beklimmen! Rond zeven uur vertrekt het busje vanaf het station. Helaas vertrek deze pas als hij vol zit, of voor minimaal 250 Maleisische Ringgit (E 37,50). Omdat het park de laatste groepen om 10 uur 's ochtends laat vertrekken en het park enkele uren rijden is, besluiten we het volledige bedrag maar te betalen met de vijf mensen die in het busje zitten. De rit is erg lang, en de meeste van ons vallen al snel in slaap. Een uur of twee later komen we bij het park aan en besluiten een groep te vormen met zijn vijven zodat we maar een gids hoeven te betalen in plaats van meerdere! Zo gaan we een half uur later de berg op. De tocht zou "maar" twee dagen duren. Op dag een klimmen we tot 3200 meter hoogte (terwijl we al op 1800 meter hoogte beginnen), en na middernacht klimmen we de laatste 800 meter om zo de zonsopgang te kunnen bewonderen waarna de afdaling begint naar beneden. Uiteindelijk zullen we zo'n 2,2 km omhoog klimmen, verdeeld over een afstand van 8 km. Dat klinkt misschien best gemakkelijk, maarvalt toch vies tegen! Omhoog naar het kamp bestaat de route voornamelijk uit trappen met vrij hoge treden. Halverwege begint het ook nog eens te gieten van de regen, dus trekken we onze poncho’s aan. Hetzou beter zijn geweestdat niet te doen, aangezien het zo warm is dat we niet veel later doorweekt zijn van ons eigen zweet. Lekker is anders... Afijn, na vier uur klimmen, drijfnat en flinke pijn in de bovenbenen komen we aan bij het kamp huis. Hier kopen we warme chocolademelk en wachten tot het vroege diner begint. Dat moet vroeg, want zo kunnen we ook vroeg naar bed om wat te slapen voordat we het tweede deel omhoog gaan!


Rond half twee staan we op om te ontbijten, en zodra de groep bijeen is vertrekken we voor het laatste deel naar de bergtop. Met nog slaperige ogen en pijnlijke bovenbenen verplaats ik de ene voet voor de andere de smalle, gladde trappen op. Na een half uur klimmen houdt het pad op, en is er een dik touw gespannen dat helemaal tot aan de top leidt. Over het algemeen is het zonder touw nog goed te doen, maar op sommige stukken heb je dat toch echt nodig! Het is dan zowel te glad of te gevaarlijk. De laatste honderd meter voor de top moeten we zowaar zelfs nog rotsklimmen voordat we van de net opkomende zon en onze verse overwinning kunnen genieten! De hele tocht was het meer dan waard om dit indrukwekkende schouwspel te kunnen bewonderen. Wat een plaatje! Ben heeft stiekem een deken mee genomen vanuit het kamp waar we hebben geslapen, en iedereen verklaarde hem voor gek; "Dat je dat helemaal mee naar boven meesleept!" Maar nu iedereen op de top kou lijdt, zit Ben lekker warm in zijn dekentje weggestopt foto's te maken en is iedereen jaloers! Ik vind het wel een komisch gezicht. Langzamerhand beginnen we aan onze terugweg naar het kamp. We pakken de tassen weer in, checken uit en lunchen nog even voordat we verder afdalen, naar het beginpunt van de tocht. Ook is dit weer gemakkelijker gezegd dan gedaan. Omhoog klimmen is een ding, vermoeid naar beneden waarbij je knieen en enkels de schokkenmoeten opvangen is nog veel erger! Wanneer ik dan ook daadwerkelijk beneden aankom en door het hek loop, voelen mijn knieënalsof ik net heb leren lopen. Vermoeid en uitgeput eten we nog wat in het restaurant aan de voet van de berg om uiteindelijk met nog twee anderen een taxi te delen terug naar KK.

In de dagen die volgen hebben we erg rustig aan gedaan. Samen lopen we de eerste dag over straat alsof we beiden door een grote bos(CENSURED) in onze (CENSURED) waren genomen. Jullie begrijpen wat ik bedoel, toch? Zelfs een stoeprandje oplopen doet al pijn, laat staan de trap omhoog in ons hostel. God zij dank voor de roltrappen in het winkelcentrum! Eigenlijk willen we beiden Borneo niet verlaten,voordat we Orang oetans hebben gezien. Daarom boeken wij, wanneer we eenmaal weer normaal kunnen lopen, een jungleverblijf voor drie dagen en twee nachten. Nadat we eenmaal weer normaal kunnen lopen nemen we enkele dagen daarna een taxi naar het bus station om richting het zuiden van Maleisisch Borneo te gaan. Het is een vrij lange busrit, maar het uitzicht maakt erg veel goed. Bij een wegrestaurant worden we uit de bus gezet. De vrouw in het hostel had namelijk op een briefje geschreven waar wij afgezet moeten worden, en dat heb ik aan de buschauffeur moeten geven zodat we zeker weten dat we op de goede plek zullen uitstappen. Bij het wegrestaurant worden we niet veel later opgehaald door een mini busje waar wat mensen in zitten. Samen rijden we naar de rivier waar een bootje ligt te wachten om ons naar de overkant te varen. Daar staat een verzamelinghuisjes wat de komende dagen ons onderdak zal zijn. Bij aankomst krijgen we limonade en een toespraak van een van de medewerkers waarna we naar onze kamers mogen. Natuurlijk als echte backpackers hebben Ben en ik een bed in een slaapzaal geboekt omdat dat nu eenmaal het goedkoopst is.We laten we onze tassen daar en gaan terug naar de receptiewanneer de gong net gaat. Twee dagen achtereenis erieder dagdeel een activiteit gepland die wordt ingeluid met een gong zodat iedereen weet dat de activiteit gaat beginnen. De middag activiteit beslaat een riviercruise om wildlife te gaan zien. Veiligheid voorop, dus trekken we de reddingsvesten aan en nemen plaats in het bootje. De zon schijnt, en... nee, wacht.. Opeens verschijnen er overal wolken en voordat we er erg in hebben, worden we getrakteerd op een lauwe stortdouche die onze kleding doet doordrenken van vocht dat samen met de wind door de snelheid van de boot ervoor zorgt dat binnen de kortste keren de innemende, koude, kille rillingen over onze ruggetjes laat lopen. Gelukkig zien we apen, olifanten, wat vogels en een gigantische leguaan door de dikke regendruppels heen. Is toch alles niet voor niets geweest... Doorweekt en bevroren tot op het bod komen we net voor het diner aan in het kamp en trekken we wat droogs aan voordat de gong slaat voor het eten. Eerlijk is eerlijk, na een verfrissende bui, smaakt het bijzonder goede eten nog vele malen beter! Na het eten wordt de dag besloten met een nachttour waar we een verschrikkelijk mooi gekleurde ijsvogel zien, en zelfs een heus spookdiertje! Fascinerende dieren, stuk voor stuk!


Vroeg op! We beginnen met een ochtendcruise nog voor het ontbijt. Het wordt net licht en het weer ziet er veel belovend uit.Veel zien we niet die ochtend, maar toch was het een fijne tocht! Na het ontbijt gaat de gong voor de ochtend wandeling. Samen met een gids lopen we een heel stuk het bos door op kaplaarzen om door alle modderige plassen heen te komen waar je gemakkelijk tot aan je enkels in zinkt als je even niet oplet. Uiteindelijk komen we aan bij een prachtig, rustig meertje. We rusten wat en lopen terug om op tijd te zijn voor de lunch. Na de lunch hebben we tijd voor onszelf. Ben is met een Nederlands koppel aan het praten, ik besluit om een korte wandeling te gaan maken. Als ik een stukje het bos in loop hoor ik opeens rechts van mij iets in het struikgewas ritselen.. Ik ga van het pad af en loop een stukje verder, zo zachtjes mogelijk. Wanneer er een takje onder mijn voet door midden breekt, zie ik vanuit mijn ooghoek net een baby pygmee olifant wegrennen! Wat was dat gaaf zeg! Hij was niet groter dan anderhalve meter en kwam waarschijnlijk wat drinken bij de waterplas. Voorzichtig loop ik verder in de richting waar hij verdween. Een half uur later houd ik het voor gezien. Trots vertel ik aan Ben wat ik heb gezien en vraag of hij anders ook nog even de jungle in wil. Dat wil hij wel, maar omdat hij geen zin heeft om alleen te gaan ga ik ook mee. We lopen naar de waterplas waar ik het olifantje heb gezien, wanneer we opeens hoog in de bomen iets anders horen. Het kost ons even maar uiteindelijk zien wij twee orang oetans rustig van boom naar boom slingeren! Ben's ogen worden groot en ook ik voel de adrenaline door mijn aderen stromen. Orang oetans! Wat gaaf zeg.. Zo zachtjes mogelijk proberen we twintig meter lager deze bijzondere dieren te volgen en wat foto's te maken. Wanneer ze ons in de gaten krijgen verdwijnen ze in luttele seconden in de hoge boomtoppen van het regenwoud. Ben en ik kijken elkaar aan, "we hebben ze gezien! En helemaal voor onszelf!!" Met een gelukzalig gevoel vertellen we aan het Nederlands koppel dat we orang oetans gezien hebben en met jaloerse blikken zeggen ze het jammer te vinden niet mee te zijn gegaan. Halverwege de middag komt er een nieuwe groep mensen aan die samen met ons de middag cruise doen. Deze keer hebben we erg veel geluk, er staat namelijk een hele groep Borneaanse pygmee olifanten bij een waterplas! Het heten pygmee olifanten, omdat ze de kleinste olifanten ter wereld zijn. Het blijven olifanten dus zijn het nog steeds gigantische beesten, maar ik had mij toch wat anders voorgesteld toen ik het woord "pygmee" hoorde... Wat nog veel erger is, maar helaas onvermijdelijk, is dat er een toerist of veertig het groepje aan het bekijken is! Is het daarom niet speciaal meer? Nee! Natuurlijk niet! Ja het is veel leuker om alleen te zijn met de dieren, maar vanaf het moment dat je ergens een tour boekt weet je van te voren vrijwel zeker dat er meer mensen hetzelfde idee hadden en de kans nihil is dat je een momentje alleen met de dieren door zal brengen. Wil je dat wel? Dan kun je ofwel een privé tour boeken of gewoon lekker zelf op pad gaan, mits je goed voorbereid bent natuurlijk...


Na de cruise en het diner stond ons nog een nacht tour te wachten. Helaas is iedereen deze keer meegegaan en banjerden we met een mannetje of vijftien door een donkere, stille jungle die opgeschrikt werd van de lawaaierige kwebbelende toeristen... irritatie momentjes... Je bent op een nacht tour dus houd je je smoel toch? Gelukkig hebben we toch nog wat gezien. Ben en ik besluiten dat we zelf nog even een nacht tour zullen doen. Wanneer wat andere toeristen daar lucht van krijgen opperen ze ook wel mee te willen, om niet de chagrijnige Nederlanders uit te hangen, stemmen we toe. Zo gingen we, na wat gedronken te hebben met vijf mensen weer de jungle in. Opnieuw wordt er weer luidruchtig gepraat, maar na enkele keren hard SSSST!! te hebben gezegd, begrijpen ze de hint en houden hun mond. Na een minuut of twintig wordt het koppel dat mee was het zat, en zegt terug naar het kamp te willen. Ik vraag of ze de weg zelf terug kunnen vinden, maar dat is uiteraard niet het geval. Als we weer met zijn tweeën over blijven halen Ben en ik opgelucht adem; "Zo, eindelijk alleen...". Met onze camera's en Ben's zaklamp (mijn zaklamp was stuk) maken we onze weg door de jungle en komen af en toe wat kleine insecten tegen, tot we opeens een uil in de verte horen. We spitsen onze oren en proberen in de richting van het geluid te lopen. We steken kleine stroompjes over, klimmen over grote boom wortels en slaan wat planten opzij. "Weet jij de weg terug nog?" vraagt Ben. "Jawel, laten we maar terug gaan voordat ik het kwijt ben". Zo gaan we terug naar het kamp.. dacht ik. Het was toch deze kant op? Of toch de andere kant? Samen lopen we door het bos en met iedere stap die we zetten wordt het gevoel groter dat we verdwaald zijn. Na een kwartier rond gedwaald te hebben, gebeurd het onvermijdelijke; Het licht van Ben's zaklamp gaat minder fel branden... Snel zoek ik een droge plek op om op te staan en doe de zaklamp uit. "En nu?" vraagt Ben laconiek. "Straks moeten we nog om hulp gaan roepen!" Daar moet ik even over nadenken, maar kom al snel tot de conclusie dat om hulp roepen onze enige kans is om een overnachting in de jungle te vermijden. Het is pas 11 uur dus over een uur of zeven begint het pas licht te worden! Met lichte schaamte begin ik dan toch maar met roepen... HEEEEEEEELP!!! IS THERE ANYBODY OUT THEEEEERE?!?! Als het even stil is, begint Ben ook met schreeuwen, en zo wisselen we elkaar af voor ongeveer tien minuten. "Heb jij je luchtbed niet meegenomen dan?" vraagt Ben. Nee, zeg ik. "Jij zou toch je tent meenemen"? reageer ik. Als we weer enkele noodkreten uit roepen horen we in de verte; "HELLOOOOOOOO?" Gelukkig, iemand heeft ons gehoord! Door over en weer te roepen weten de vier, blootvoetse mannen ons te vinden. Uitgeput vragen ze of alles goed met ons is, ze waren namelijk bang dat ons wat overkomen was! Onze glimlach verbergend zeggen we dat alles prima is. We vinden het erg vervelend voor de mannen dat ze zo in de stress hebben gezeten voor ons, maar ze kunnen er gelukkig ook hard om lachen. Als Ben vraagt of er nog nooit iemand anders verdwaald is in de jungle, kijkt een van de mannen ons met een verbazende blik aan en zegt; "Nee, niemand is ooit zo stom geweest om midden in de nacht het bos in te gaan met maar een enkele zaklamp!" Uiteindelijk bleken we maar tien minuten lopen van het kamp vandaan te zijn geweest, wat de schaamte alleen nog maar groter maakte. Met veel bedankjes en E12,50 per persoon (dat is veel geld voor die mensen) dat ze aannemen op ons aandringen, wensen we alle vier een goede nacht, en beloven niet meer zomaar de jungle in te lopen zonder het iemand eerst te laten weten! Lachend van onze stommiteit vallen we niet veel later in een diepe slaap.


"HELLOOO? Do you still want to come with the morning cruise?" Het is zes uur 's ochtends en we worden wakker van de receptioniste die op onze deur klopt. "Yes yes, we are coming!" roep ik. Snel kleden we ons aan en lopen naar de steiger vanwaar de cruise vertrekt. Helaas zien we niet veel, maar dat is niet erg. We hebben gezien waar we voor zijn gekomen; Orang oetans! Na het ontbijt pakken we de tassen in en melden ons af bij de receptie. Met een bootje worden we naar de overkant gevaren waar het busje al staat te wachten om ons terug te brengen naar het wegrestaurant. Hier wachten we enkele uren samen met een Engelsman op de bus die ons weer naar Kota Kinabalu zal brengen. Gelukkig komt de bus iets eerder zodat we niet langer hoeven te wachten. Onderweg voelt Ben zich plotseling niet zo lekker, dus ga ik ergens anders zitten om hem wat ruimte te geven. Eenmaal in Kota Kinabalu blijft Ben zich slecht voelen war alleen maar erger wordt. Eigenlijk hadden we gepland om de volgende ochtend naar de Filipijnen te vliegen, maar dat stellen we nog even uit tot hij zich beter voelt. De volgende dag blijft Ben het grootste gedeelte van de dag op bed liggen. Hij eet niks en verliest veel vocht. Hij drinkt niks anders dan water maar de pijn blijft aanhouden. Als het de volgende dag nog niet veel beter gaat besluiten we naar het ziekenhuis te gaan. In het ziekenhuis verteld de dokter dat Ben maar even bloed moet laten prikken, omdat hij verschijnselen heeft van malaria en willen ze zeker weten of dat de reden is. We moesten een klein uur wachten voordat we aan de beurt waren en nogmaals ruim twee uur op de uitslag, die gelukkig negatief was! Geen malaria. Volgens de dokter was het waarschijnlijk een buikgriepje met een kleine mogelijkheid op Dengue (knokkelkoorts). Helemaal klaar met het ziekenhuis bedanken we de dokter en gaan terug naar het hostel waar Ben gelijk weer naar bed gaat. De volgende ochtend voelde hij zich zowaar een stuk beter! Later op de dag hebben we nog een film bezocht en een ticket naar de Filipijnen geboekt. Ook willen we beide graag ons PADI open water halen (duikbrevet) dus maak ik een reservering bij een bedrijf in het zuiden van de Filipijnen. De dag dat we gaan vliegen voelt Ben zich bijna helemaal de oude, dus vertrekken we vol goede moed naar het vliegveld! Het is maar enkele uren vliegen, maar aangezien we met Royal Brunei Airlines vliegen, vliegen we via Brunei waar we over moeten stappen waardoor het allemaal iets langer duurt. In Manila, de hoofdstad van de Filipijnen, aangekomen nemen we een taxi naar ons hostel toe dat ik van tevoren heb geboekt. Het is avond en zo lopen we het centrum in op zoek naar wat te eten, wat ons bij een Italiaans restaurant brengt.


Wanneer we beide wakker zijn besluiten we naar de bioscoop te gaan! Ben loopt wel een beetje moeilijk, hij heeft wat last van zijn been dus besluiten we niet lang door de stad te banjeren. Na de film nemen we de kortste route weer terug, omdat Ben steeds moeilijker gaat lopen. Hij gaat rustig op bed liggen en ik ga met mijn laptop naar het dakterras. Enkele uren later komt Ben met een pijnlijk gezicht en tranen op zijn wangen naast me zitten. "Wat is er aan de hand?" vraag ik geschrokken. "Mijn rechter lies doet zo'n pijn, ik kan nauwelijks lopen!" "Jezus Ben, waarom kom je dan ook naar boven?" Nadat hij bijgekomen is lopen we rustig de trap af naar de slaapzaal waar Ben op bed gaat liggen. We hebben het erover, zonder enig idee te hebben waardoor het zou kunnen komen. Van de pijn kan hij niet slapen en om die reden loop ik naar de lokale apotheek om wat lichte slaapmedicatie te halen. Wanneer ik de volgende morgen wakker wordt verteld Ben dat hij een verschrikkelijke nacht heeft gehad. Lopen gaat nog steeds met grote moeite. Hij moet zijn rechterbeen met beide handen ondersteunen om zo, stapje voor stapje vooruit te kunnen komen. We besluiten naar het ziekenhuis te gaan wat volgens lokale mensen een van de beste ziekenhuizen in Manila is. Ben is een grote vent en zal de laatste zijn die door een beetje pijn gaat huilen, maar om hem zo met dikke tranen een trapje af te zien gaan, is gewoon zielig. Een taxi brengt ons naar het ziekenhuis waar hij zichzelf een rolstoel in hijst. Bij de balie maken we een afspraak met dokter Liam die direct beschikbaar is. Dat is fijn! Door de gang heen, zittend in zijn rolstoel wordt Ben's humeur alweer beter. Met zijn handen trekt hij hard aan de wielen van zijn rolstoel waardoor hij mij voorbij stuift en zingt; "You see me roooolliiiing"! Lachend loop ik achter hem aan naar de liften toe. Eenmaal boven verwelkomt de dokter ons in zijn kantoor en laat Ben op het bed liggen. Hij kijkt, voelt, stelt vragen en concludeert dat we maar een x-ray moeten laten maken van zijn been. Maar dat kan pas over een paar dagen. Hij denkt weer even, en zegt dan dat een MRI scan vandaag nog wel kan. Ik denk bij mezelf; "Lekker is dat, een dokter die er niet over uit is wat hij nu aan moet met de patiënt.." Zo schrijft hij Ben wat medicatie voor (spierverslappers) en verwijst hij ons door naar de MRI afdeling. Bij de MRI afdeling horen we dat Ben over enkele uren pas een scan kan laten maken, dus gaan we wat eten terwijl we wachten. Wanneer de MRI eenmaal achter de rug is verlaten we het ziekenhuis en gaan terug naar het hostel. Ben gaat weer op bed liggen en begint aan de medicatie, die hij eens in de acht uur mag slikken, samen met een pijnstiller.

De volgende dag heeft Ben al iets beter geslapen, maar het doet nog steeds verschrikkelijk veel pijn. Later die dag wordt ik gebeld dat de MRI resultaten klaar zijn en we ze kunnen komen ophalen. Samen met Ben, die alleen maar slechter ging lopen iedere dag, ga ik naar het ziekenhuis om de resultaten op te halen. Het is vrijdag dus is de dokter waar we gisteren bij waren niet aanwezig, en maken we een afspraak bij een andere dokter. Ben gaat alleen naar binnen en komt nog geen tien minuten later weer naar buiten met een grote glimlach. De dokter heeft naar de CD gekeken waar de resultaten op staan, en volgens hem is het maar een spierverrekking die met genoeg rust over vier dagen over is! Kijk dat is nog eens goed nieuws! Wanneer ik beneden uit de lift stap gaat mijn telefoon weer. Het is de MRI afdeling, of we nog even langs willen komen, want er is iets mismet de MRI. Op de afdeling krijgen we te horen dat ze ons per ongeluk een lege CD mee hadden gegeven, de gegevens kunnen we morgen pas ophalen. Dat meen je niet... De dokter waar Ben net is geweest heeft dus naar een lege CD zitten kijken? Wat een kwakzalver! Ben's humeur sloeg weer om en samen gingen we naar de balie om een nieuwe afspraak voor de volgende morgen te maken met dezelfde dokter die we in eerste instantie al hadden. Die nacht slaapt Ben weer slecht, en is nog steeds in hevige pijn. Gelukkig bieden de spierverslappers enige verlichting. Ben heeft geen zin meer om een dokter te bezoeken, want we hebben besloten gaan naar huis te gaan. Ik ga in mijn eentje nog even zijn MRI ophalen die dag, en na nog een laatste, slechte nacht in de Filipijnen, was het tijd om naar huis te gaan. Met een taxi naar het vliegveld waar ik een rolstoel kon regelen voor Ben. Eerst zouden we met Malaysian Airlines naar Kuala Lumpur (Maleisië) vliegen, en vanaf daar met een rechtstreekse vlucht naar Amsterdam. Onze ouders wisten uiteraard wat er gaande was en zouden ons op komen halen. De eerste vlucht ging nog wel goed. Omdat Ben bijna niet kon lopen mochten we als eerste het vliegtuig in, en als laatste in Kuala lumpur het vliegtuig weer verlaten. Terwijl we aan het wachten zijn om in te stappen op onze vlucht naar Amsterdam, hoor ik zo, verschrikkelijk veel mensen Nederlands praten! Daar moet ik weer aan wennen. Ook deze keer mochten wij als eerste het vliegtuig in. Onderweg gaat de linkerknie van Ben opeens erg pijn doen. Het schijnt veel erger te zijn dan de pijn in zijn rechter dij been. Het doet zo'n verschrikkelijke pijn, dikke tranen stromen over zijn wangen, en er is niets dat ik kan doen... Het is een ware horrorvlucht voor hem geweest, als we uiteindelijk in Amsterdam landen. Thuis. Na bijna twee jaar, ben ik thuis. Het is nog een beetje onwerkelijk, maar ik kijk er erg naar uit mijn ouders weer te zien...


Het vliegtuig uit was teveel gevraagd van Ben. Nu hij zo'n pijn heeft in beide benen kan hij helemaal niet meer lopen. Met een speciale rolstoel wordt hij het vliegtuig uit gedirigeerd waarna hij plaats kan nemen in een normale rolstoel. Nadat we door de douane zijn, en onze tassen hebben, zie ik dan eindelijk mijn familie weer.

Met zijn alle gaan we even naar de ehbo post op het vliegveld, waar we na een korte discussie het voor elkaar krijgen om de dienstdoende dame een telefoontje te laten plegen naar het Spaarne in Hoofddorp zodat Ben daar direct opgenomen kan worden. Na twee maanden samen gereisd te hebben, neem ik afscheid en wens hem veel succes toe.


In het ziekenhuis zijn de doctoren erachter gekomen dat Ben ergens een vlees etende streptokok bacterie heeft opgelopen die zich in zijn rechter dijbeen en vervolgens in zijn linker knie heeft genesteld. Op beide plekken is hij geopereerd. Volgens de doctoren zijn we net op tijd terug gekomen. Als we twee dagen langer hadden gewacht was de bacterie waarschijnlijk verspreid naar zijn organen en was het te laat geweest... Dat is nog eens een klap in je gezicht.
Inmiddels is Ben thuis. Hij moet voorlopig nog even revalideren, maar iedere dag gaat het een klein beetje beter!!

Na een drukke maand in Nederland, heb ik besloten weer verder te reizen. 10 December ben ik naar Bangkok gevlogen waar een week later twee vrienden bij gekomen zijn. Samen zijn we voor drie weken door Thailand aan het reizen. Volgende week vliegen ze terug en ga ik alleen weer verder richting Cambodja! Binnenkort maak ik een foto map op mijn website van Maleisië! Mijn volgende blog zal minder lang op zich laten wachten.

Mike.

Reacties

Reacties

Rob

Heel mooi verhaal weer Mike (op het laatste gedeelte na dan. Maar gelukkig waren jullie op tijd en is Ben weer aan de beterende hand.

Veel plezier en alvast de beste wensen voor 2015. Bij jou is het dat al, hier nog een paar uurtjes te gaan.

Gr.
Rob

Anita

Goed geschreven Mike,we hopen dat je er in het nieuwe jaar veel mooie nieuwe ervaringen bij krijgt.Bij jou is het nieuwe jaar al begonnen dus de allerbeste wensen en heel veel knuffels van ons allemaal x

Danielle van der voort

Mooi verhaal Mike!!
Ik lees het altijd met veel plezier?
Veel plezier verder en blijf schrijven!!

Danielle van der voort

Zonder vraagteken natuurlijk?

olga

Wat een mooi verhaal , de moeite waard om wat langer op te wachten!

een heel goed en gezond nieuwjaar en geniet Mike!

Petra V.

Mooi Mike!
Xxx van je tante

Rianne.

En dan lees ik je verhaal op mijn laptop, in de woonkamer in een grote rommel, net thuis van 3 geweldige weken Thailand met jou. Leuk om te lezen dat wij niet de enigen zijn die iets mee hebben gepikt, daarom alleen mag ik je wel Tom! Gelukkig waren jullie optijd thuis en gaat het al stukken beter met Tom. Mike, ik mis je nu al...het gaat je goed de komende tijd in Azie en de groeten aan de paters als je ze weerziet!!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!